Einde inhoudsopgave
Interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over een verplicht transparantieregister
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
20-05-2021, PbEU 2021, L 207 (uitgifte: 11-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2021, PbEU 2021, L 207 (uitgifte: 11-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Besluitvorming
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Akkoord van 20 mei 2021 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over een verplicht transparantieregister
HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 295,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), en met name artikel 11, leden 1 en 2, voeren het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie (hierna ‘de ondertekenende instellingen’ genoemd) een open, transparante en regelmatige dialoog met representatieve organisaties en met het maatschappelijk middenveld.
- (2)
Die dialoog stelt belanghebbenden in staat om hun standpunt kenbaar te maken over beslissingen die op hen van invloed kunnen zijn en draagt derhalve op doeltreffende wijze bij aan de empirische onderbouwing van beleidsvoorstellen. Het betrekken van belanghebbenden verhoogt de kwaliteit van de besluitvorming doordat communicatielijnen worden geboden via welke externe standpunten en deskundig advies kunnen worden verstrekt.
- (3)
Transparantie en verantwoording zijn essentieel om het vertrouwen van de burgers van de Unie in de rechtmatigheid van de politieke, wetgevende en administratieve processen van de Unie te behouden.
- (4)
De ondertekenende instellingen erkennen dat het van belang is hun aanpak te coördineren door middel van de vaststelling van een gezamenlijk kader voor samenwerking, teneinde transparante en ethische belangenvertegenwoordiging verder te bevorderen.
- (5)
Transparantie met betrekking tot belangenvertegenwoordiging is in het bijzonder van belang om burgers in staat te stellen de activiteiten van belangenvertegenwoordigers te volgen en zich bewust te worden van de mogelijke invloed van deze vertegenwoordigers, met inbegrip van invloed die wordt uitgeoefend door middel van financiële steun en sponsoring. Dergelijke transparantie kan het best worden gewaarborgd door middel van een gedragscode met regels en beginselen die moeten worden nageleefd door belangenvertegenwoordigers die zich inschrijven in een transparantieregister (hierna ‘register’ genoemd).
- (6)
Gezien de positieve ervaring met het bij het Akkoord van het Europees Parlement en de Europese Commissie van 16 april 2014(1) (hierna ‘het akkoord van 2014’ genoemd) vastgestelde transparantieregister voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid, zijn de ondertekenende instellingen van mening dat het toepassingsgebied van het akkoord van 2014 moet worden uitgebreid.
- (7)
Het is noodzakelijk het register verplicht te maken door maatregelen van gelijke werking in te voeren door middel van individuele besluiten die door elk van de ondertekenende instellingen worden vastgesteld, om ervoor te zorgen dat de inschrijving van belangenvertegenwoordigers in het register een noodzakelijke voorwaarde is voor het verrichten van bepaalde soorten belangenvertegenwoordigingsactiviteiten.
- (8)
Teneinde het gezamenlijke kader verder te versterken en voort te bouwen op de vooruitgang die is geboekt bij de totstandbrenging van een gemeenschappelijke transparantiecultuur, moeten de ondertekenende instellingen op de website van het register conditionaliteitsmaatregelen en aanvullende transparantiemaatregelen publiceren die zij invoeren om inschrijving aan te moedigen, zoals specifieke mailinglijsten, de aanbeveling dat bepaalde beleidsmakers alleen geregistreerde belangenvertegenwoordigers ontmoeten, of de publicatie van informatie over bijeenkomsten tussen bepaalde beleidsmakers en belangenvertegenwoordigers.
- (9)
Teneinde dit akkoord buiten de ondertekenende instellingen te bevorderen, moeten hierin ook regelingen worden opgenomen om andere instellingen, organen of instanties van de Unie dan de ondertekenende instellingen, alsook permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten die de werkingsbeginselen van het gezamenlijke kader vrijwillig wensen toe te passen, in staat te stellen gebruik te maken van de bijstand en helpdeskondersteuning van het secretariaat van het register.
- (10)
Met het oog op het vermijden van onnodige administratieve lasten en in overeenstemming met de huidige praktijk op het gebied van inschrijving, moeten activiteiten van belangenvertegenwoordigers die uitsluitend worden verricht namens een vereniging of netwerk waartoe zij behoren, worden beschouwd als activiteiten van dat netwerk of die vereniging.
- (11)
Activiteiten van overheidsinstanties van de lidstaten, alsook van verenigingen of netwerken van zulke overheidsinstanties die namens hen optreden op Unie-, nationaal of subnationaal niveau, mogen niet onder dit akkoord vallen, maar verenigingen of netwerken van overheidsinstanties op Unie-, nationaal of subnationaal niveau die belangenvertegenwoordigingsactiviteiten ontplooien, moet wel worden toegestaan zich te registreren.
- (12)
De praktijk om een jaarverslag vast te stellen over de werking van het register moet worden behouden als een instrument om de gecoördineerde aanpak van de ondertekenende instellingen de nodige zichtbaarheid te geven en het vertrouwen van de burger te vergroten. De reikwijdte van het jaarverslag moet worden uitgebreid tot de door de ondertekenende instellingen ingevoerde conditionaliteitsmaatregelen en aanvullende transparantiemaatregelen.
- (13)
De werking van het register mag geen afbreuk doen aan de bevoegdheden van de ondertekenende instellingen en mag hun respectieve interne organisatiebevoegdheden niet aantasten.
- (14)
Bij de uitoefening van hun respectieve interne-organisatiebevoegdheden moeten de ondertekenende instellingen aan het secretariaat en het beheersorgaan van het register de bevoegdheid delegeren om namens hen op te treden met het oog op de vaststelling van individuele besluiten met betrekking tot verzoekers en inschrijvers, in overeenstemming met dit akkoord. De ondertekenende instellingen dienen medegedaagden te zijn in elke rechtszaak die voor het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt ingesteld tegen definitieve besluiten van het beheersorgaan van het register die negatieve gevolgen hebben voor verzoekers of inschrijvers.
- (15)
De ondertekenende instellingen moeten loyaal samenwerken bij het uitvoeren van dit akkoord.
- (16)
Elk van de ondertekenende instellingen moet de mogelijkheid hebben ander beleid inzake behoorlijk bestuur en transparantie na te streven buiten het kader van dit akkoord om, voor zover dit beleid de uitvoering en de doelstellingen van dit akkoord niet belemmert.
- (17)
Dit akkoord doet geen afbreuk aan de uitoefening van rechten op grond van artikel 11, lid 4, VEU betreffende het Europees burgerinitiatief, en artikel 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) betreffende het recht om een verzoekschrift in te dienen bij het Europees Parlement,
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: