Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 516/2014 oprichting Fonds voor asiel, migratie en integratie, wijziging Beschikking 2008/381/EG en intrekking Beschikkingen nr. 573/2007/EG, 575/2007/EG en 2007/435/EG
Artikel 17 Middelen voor het hervestigingsprogramma van de Unie
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2022
- Bronpublicatie:
06-04-2022, PbEU 2022, L 112 (uitgifte: 11-04-2022, regelingnummer: 2022/585)
- Inwerkingtreding
01-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-04-2022, PbEU 2022, L 112 (uitgifte: 11-04-2022, regelingnummer: 2022/585)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De lidstaten ontvangen naast de overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder a), berekende toewijzing om de twee jaar een aanvullend bedrag als bedoeld in artikel 15, lid 2, onder b), in de vorm van een vast bedrag van 6 000 EUR per hervestigde persoon.
2.
Het in lid 1 bedoelde vast bedrag wordt verhoogd tot 10 000 EUR voor elke persoon die wordt hervestigd overeenkomstig de krachtens lid 3 en in bijlage III vastgestelde gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten van de Unie en voor elke kwetsbare persoon als bepaald in lid 5.
3.
Het gemeenschappelijke hervestigingsprogramma van de Unie is gebaseerd op de volgende algemene categorieën van personen:
- a)
personen die afkomstig zijn uit landen of Regio's die zijn aangewezen voor een regionaal beschermingsprogramma;
- b)
personen die afkomstig zijn uit landen of Regio's die worden vermeld in de UNHCR-hervestigingsprognose, voor zover een gemeenschappelijk optreden van de Unie er aanzienlijk toe kan bijdragen dat wordt voorzien in de behoefte aan bescherming;
- c)
personen die tot een specifieke categorie behoren die onder de UNHCR-hervestigingscriteria vallen.
4.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 26 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde bijlage III te wijzigen, op basis van de in lid 3 van dit artikel genoemde algemene categorieën, in duidelijk gemotiveerde gevallen of in het licht van eventuele aanbevelingen van het UNHCR.
5.
Op de volgende kwetsbare groepen van personen is ook het in lid 2 bedoelde vast bedrag van toepassing:
- a)
vrouwen en kinderen die gevaar lopen,
- b)
niet-begeleide minderjarigen,
- c)
personen met medische behoeften waarin alleen door middel van hervestiging kan worden voorzien,
- d)
personen die voor juridische of fysieke bescherming dringend moeten worden hervestigd, met inbegrip van slachtoffers van geweld of foltering.
6.
Wanneer een lidstaat een persoon hervestigt omdat de betrokkene onder meerdere van de in de leden 1 en 2 bedoelde categorieën valt, ontvangt hij het vaste bedrag slechts eenmaal voor die persoon.
7.
In voorkomend geval, kunnen lidstaten ook voor een vast bedrag in aanmerking komen voor gezinsleden van de in de leden 1, 3 en 5 bedoelde personen, mits die gezinsleden overeenkomstig deze verordening zijn hervestigd.
8.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het tijdschema en andere uitvoeringsvoorwaarden in verband met het toewijzingsmechanisme voor de middelen van het hervestigingsprogramma van de Unie vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.
9.
De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde aanvullende bedragen worden aan de lidstaten om de twee jaar toegewezen — de eerste keer bij de individuele financieringsbesluiten tot goedkeuring van hun nationale programma’s volgens de in artikel 14 van Verordening (EU) nr. 514/2014 vastgelegde procedure, en nadien in een financieringsbesluit dat bij de besluiten tot goedkeuring van hun nationale programma’s wordt gevoegd. Deze bedragen kunnen niet worden overgedragen naar andere acties in het kader van het nationaal programma. Wanneer dit in het licht van nieuwe of onvoorziene omstandigheden noodzakelijk is, mag een lidstaat die bedragen echter overdragen naar andere acties in het kader van zijn nationale programma, mits hij de Commissie raadpleegt alvorens tot een dergelijke overdracht over te gaan.
10.
Teneinde de doelstellingen van het hervestigingsprogramma van de Unie doeltreffend na te streven, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 26 gedelegeerde handelingen vast te stellen, teneinde, zo nodig, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vaste bedragen aan te passen. Daarbij wordt in het bijzonder rekening gehouden met actuele inflatiepercentages, relevante ontwikkelingen op hervestigingsgebied en factoren die bijdragen tot een optimaal gebruik van de financiële stimulans die met de vaste bedragen wordt gegeven.