Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1781 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2020/1828 en Verordening (EU) 2023/1542, en tot intrekking van Richtlijn 2009/125/EG
Artikel 13 Register van digitale productpaspoorten
Geldend
Geldend vanaf 18-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1781 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 2024/1781)
- Inwerkingtreding
18-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1781 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 2024/1781)
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
1.
Uiterlijk op 19 juli 2026 ontwikkelt en beheert de Commissie een digitaal register (het ‘register’) waarin ten minste de unieke identificatiecodes op veilige wijze worden bijgehouden.
Voor producten waarvoor het de bedoeling is de douaneprocedure ‘vrijgave voor het vrije verkeer’ te volgen, wordt in het register de goederencode opgeslagen.
In het register worden de in artikel 77, lid 3, van Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad (1) bedoelde unieke identificatiecodes voor batterijen opgeslagen.
De Commissie beheert het register en ziet erop toe dat de gegevens die wordt bewaard in het register veilig en overeenkomstig het Unierecht, waaronder de toepasselijke voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens, worden verwerkt.
2.
De Commissie specificeert in de op grond van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen welke eventuele andere gegevens niet alleen in het digitale productpaspoort worden opgenomen, maar ook worden bewaard in het register, waarbij rekening wordt gehouden met ten minste de volgende criteria:
- a)
de noodzaak om het mogelijk te maken de authenticiteit van het digitale productpaspoort te verifiëren;
- b)
het belang van de informatie voor het verbeteren van de doeltreffendheid en doelmatigheid van markttoezichtcontroles en douanecontroles;
- c)
de noodzaak om onevenredige administratieve lasten voor marktdeelnemers en douaneautoriteiten te vermijden.
3.
De Commissie wordt met betrekking tot haar verantwoordelijkheid om het register in te stellen en te beheren en tot de verwerking van persoonsgegevens die uit die activiteit kunnen voortvloeien gezien als verwerkingsverantwoordelijke zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725.
4.
De marktdeelnemer die het product in de handel brengt of in gebruik neemt, uploadt de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens in het register.
5.
Bij het uploaden van de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens in het register door de marktdeelnemer deelt het register aan die marktdeelnemer automatisch een unieke identificatiecode voor registratie mee die verband houdt met de unieke identificatiecodes die overeenkomstig lid 4 voor een specifiek product in het register zijn geüpload. Die mededeling door het register wordt niet beschouwd als bewijs van naleving van deze verordening of ander Unierecht.
De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast ter bepaling van de uitvoeringsregelingen van het register, met inbegrip van het meedelen van de in de eerste alinea bedoelde unieke identificatiecode voor registratie.
Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 73, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.
6.
De Commissie, de bevoegde nationale autoriteiten en de douaneautoriteiten hebben toegang tot het register om hun taken op grond van het Unierecht uit te voeren.
Voetnoten
Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG (PB L 191 van 28.7.2023, blz. 1).