Einde inhoudsopgave
Wet beginselen gevangeniswezen BES
Artikel 44
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
23-09-2010, Stb. 2010, 525 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Gevangeniswezen
1.
De beklagcommissie doet zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen een termijn van twee weken, te rekenen vanaf de datum waarop het klaagschrift is ontvangen, uitspraak in eerste en laatste instantie.
2.
De uitspraak strekt tot gehele of gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring, ongegrondverklaring, dan wel gegrondverklaring van het beklag.
3.
De beklagcommissie verklaart het beklag gegrond en vernietigt de beslissing waarover is geklaagd geheel of gedeeltelijk, indien zij van oordeel is dat deze:
- a.
in strijd is met een in het gesticht of de afdeling van het gesticht geldend voorschrift, dan wel
- b.
bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden onredelijk of onbillijk moet worden geacht.
4.
Bij toepassing van het derde lid kan de beklagcommissie:
- a.
de direkteur, zo nodig onder het stellen van een termijn, opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak;
- b.
bepalen dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beslissing;
- c.
volstaan met de gehele of gedeeltelijke vernietiging.
5.
Indien het derde lid toepassing vindt, worden de gevolgen van de vernietigde beslissing, voor zover mogelijk, door de direkteur ongedaan gemaakt, dan wel in overeenstemming gebracht met de uitspraak van de beklagcommissie.
6.
Voor zover de in het vijfde lid bedoelde gevolgen niet meer ongedaan te maken zijn, bepaalt de beklagcommissie, na de direkteur te hebben gehoord, of enige compensatie aan de klager geboden is. In bijzondere gevallen kan aan de klager een naar redelijkheid en billijkheid te bepalen geldelijke tegemoetkoming worden toegekend. Bij algemene maatregel van bestuur kan het bedrag worden vastgesteld dat ten hoogste kan worden uitgekeerd.