Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2554 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011
Artikel 58 Evaluatieclausule
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2554)
- Inwerkingtreding
16-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2554)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Vanaf 17 januari 2028 voert de Commissie, na raadpleging van de ETA's en het ESRB, naargelang van het geval, een evaluatie uit en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel. De evaluatie bevat ten minste het volgende:
- a)
de criteria voor de aanwijzing van kritieke derde aanbieders van ICT-diensten overeenkomstig artikel 31, lid 2;
- b)
het vrijwillige karakter van het melden van significante cyberdreigingen als bedoeld in artikel 19;
- c)
de in artikel 31, lid 12, bedoelde regeling en de bevoegdheden van de lead overseer als bedoeld in artikel 35, lid 1, punt d), iv), eerste streepje, met het oog op de evaluatie van de doeltreffendheid van die bepalingen met betrekking tot het waarborgen van doeltreffend oversight van kritieke derde aanbieders van ICT-diensten die in een derde land zijn gevestigd, en van de noodzaak om een dochteronderneming in de Unie op te richten.
Voor de toepassing van de eerste alinea van dit punt omvat de evaluatie een analyse van de in artikel 31, lid 12, bedoelde regeling, met inbegrip van wat betreft de toegang van financiële entiteiten uit de Unie tot diensten uit derde landen en de beschikbaarheid van diensten op de markt van de Unie, en houdt zij rekening met verdere ontwikkelingen op de markten voor de onder deze verordening vallende diensten, de praktische ervaring van financiële entiteiten en financiële toezichthouders met betrekking tot de toepassing van en het toezicht op die regeling, en alle relevante ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en toezicht die op internationaal niveau plaatsvinden.
- d)
de wenselijkheid om financiële entiteiten als bedoeld in artikel 2, lid 3, punt e), die gebruikmaken van geautomatiseerde verkoopsystemen, in het toepassingsgebied van deze verordening op te nemen in het licht van toekomstige marktontwikkelingen met betrekking tot het gebruik van dergelijke systemen;
- e)
de werking en doeltreffendheid van het JON bij het ondersteunen van de consistentie van het oversight en de efficiëntie van de uitwisseling van informatie binnen het toezichtkader.
2.
In het kader van de herziening van Richtlijn (EU) 2015/2366 beoordeelt de Commissie of het nodig is de cyberweerbaarheid van betalingssystemen en betalingsverwerkingsactiviteiten te vergroten en of het passend is het toepassingsgebied van deze verordening uit te breiden tot exploitanten van betalingssystemen en entiteiten die betrokken zijn bij betalingsverwerkingsactiviteiten. In het licht van deze beoordeling legt de Commissie, bij de herziening van Richtlijn (EU) 2015/2366, uiterlijk op 17 juli 2023 een verslag voor aan het Europees Parlement en aan de Raad.
Op basis van dat evaluatieverslag en na raadpleging van de ETA's, de ECB en het ESRB kan de Commissie, in voorkomend geval en als onderdeel van het wetgevingsvoorstel dat zij krachtens artikel 108, tweede alinea, van Richtlijn (EU) 2015/2366 kan vaststellen, een voorstel indienen om ervoor te zorgen dat alle exploitanten van betalingssystemen en entiteiten die betrokken zijn bij betalingsverwerkingsactiviteiten aan passend oversight zijn onderworpen, rekening houdend met het bestaande oversight door de centrale banken.
3.
Uiterlijk op 17 januari 2026, voert de Commissie, na raadpleging van de ETA's en het Comité van Europese auditorstoezichthouders, een evaluatie uit en dient zij een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad dat, waar van toepassing, vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel over de geschiktheid van aangescherpte vereisten voor wettelijke auditors en auditkantoren wat betreft digitale operationele weerbaarheid, door wettelijke auditors en auditkantoren op te nemen in het toepassingsgebied van deze verordening, of door middel van wijzigingen van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (1).
Voetnoten
Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87).