Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië, en Noord-Ierland (lid-Staten der Europese Gemeenschappen) en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 217
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
12-06-1985, Trb. 1985, 135 (uitgifte: 11-12-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-1986, Trb. 1986, 33 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 1612/68 is in Portugal ten aanzien van onderdanen van de andere Lid-Staten en in de andere Lid-Staten ten aanzien van Portugese onderdanen van toepassing tot en met 31 december 1990, zulks onder de volgende voorwaarden:
- a)
De in artikel 10, lid 1, onder a), van genoemde Verordening bedoelde familieleden van een werknemer die op de datum van ondertekening van deze Akte op regelmatige wijze met hem op het grondgebied van een Lid-Staat waren geïnstalleerd, hebben onmiddellijk bij de toetreding toegang tot alle werkzaamheden in loondienst op het gehele grondgebied van deze Lid-Staat.
- b)
De in artikel 10, lid 1, onder a), van genoemde Verordening bedoelde familieleden van een werknemer die na de ondertekening van deze Akte op regelmatige wijze met hem op het grondgebied van een Lid-Staat zijn geïnstalleerd, hebben aldaar toegang tot alle werkzaamheden in loondienst als zij aldaar ten minste 3 jaar verblijven. Deze verblijfstermijn wordt met ingang van 1 januari 1989 tot 18 maanden teruggebracht.
Dit lid doet geen afbreuk aan gunstiger nationale of uit bilaterale overeenkomsten voortvloeiende bepalingen.
2.
De in lid 1 bedoelde regeling is ook van toepassing op de familieleden van een zelfstandige die met hem in een Lid-Staat zijn geïnstalleerd.