Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) Nr. 4057/86 betreffende oneerlijke tariefpraktijken in het vervoer over zee
Artikel 13 Algemene bepalingen betreffende rechten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1987
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEG 1988, L 117).
- Bronpublicatie:
22-12-1986, PbEG 1986, L 378 (uitgifte: 31-12-1986, regelingnummer: 4057/86)
- Inwerkingtreding
01-07-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1986, PbEG 1986, L 378 (uitgifte: 31-12-1986, regelingnummer: 4057/86)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Compenserende rechten worden jegens de betrokken buitenlandse rederijen ingesteld bij verordening.
2.
In de verordening worden in het bijzonder vermeld: de hoogte en de aard van het ingestelde recht, de vervoerde goederen, de naam en het land van vestiging van de betrokken buitenlandse rederij, en de motivering voor het vaststellen van de verordening.
3.
De rechten mogen niet hoger zijn dan het verschil tussen het toegepaste vrachttarief en het in artikel 3, onder c), bedoelde normale vrachttarief; zij moeten lager zijn, indien lagere rechten voldoende zijn om de schade op te heffen.
4
- a)
Rechten kunnen niet met terugwerkende kracht worden ingesteld of verhoogd en zijn van toepassing op het vervoer van goederen die na het van kracht worden van deze rechten in een haven in de Gemeenschap worden geladen of gelost.
- b)
Wanneer de Raad echter vaststelt dat inbreuk is gemaakt op een verbintenis of een verbintenis is teruggetrokken, kunnen de compenserende rechten op voorstel van de Commissie worden ingesteld voor het vervoer van goederen die maximaal negentig dagen vóór de datum van toepassing van deze rechten in een haven in de Gemeenschap werden geladen of gelost; in geval van inbreuk op een verbintenis of intrekking is deze terugwerkende heffing evenwel niet van toepassing op het vervoer van goederen die vóór de inbreuk of de intrekking in een haven in de Gemeenschap werden geladen of gelost. Deze rechten mogen worden berekend op de grondslag van de vóór de aanvaarding van de verbintenis vastgestelde feiten.
5.
De Lid-Staten innen de rechten in de vorm, volgens het tarief en overeenkomstig de andere bij de instelling van deze rechten vastgestelde criteria onafhankelijk van de invoerrechten, heffingen en andere bij de invoer van de vervoerde goederen normaal verschuldigde belastingen.
6.
Toestemming tot het laden of lossen van lading in een haven in de Gemeenschap kan afhankelijk worden gesteld van het stellen van een waarborg ten belope van het bedrag van de rechten.