Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit kinderopvang
Artikel 19b Het pedagogisch beleidsplan
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 19b (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
18-05-2021, Stb. 2021, 245 (uitgifte: 02-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-05-2021, Stb. 2021, 246 (uitgifte: 02-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Jeugdbeleid / Kinderopvang
1.
De houder van een ouderparticipatiecrèche beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, bedoeld in de artikelen 3 en 12, in concrete termen op welke wijze hij zorg draagt voor de geschiktheid van de participerende ouder voor het verzorgen van ouderparticipatieopvang waarbij in ieder geval wordt ingegaan op:
- a.
het scholingsprogramma, afgerond door iedere participerende ouder alvorens kinderopvang te kunnen bieden, waarbij het programma zowel theorie- als praktijkelementen gericht op verantwoorde kinderopvang bevat;
- b.
de inhoud en frequentie van de bijscholing die door iedere participerende ouder gevolgd wordt en die gericht is op het behoud van kennis en vaardigheden van het bieden van verantwoorde kinderopvang;
- c.
de wijze waarop de houder zorg draagt voor het onderling aanspreken van de participerende ouders in de ouderparticipatiecrèche en het organiseren van intervisies; en
- d.
de wijze waarop de houder zorg draagt voor teamontwikkeling van de participerende ouders.
2.
De houder van een ouderparticipatiecrèche beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, bedoeld in de artikel 3, in concrete termen op welke wijze hij zorg draagt voor de herkenbaarheid van personen waarbij in ieder geval dient te worden ingegaan op:
- a.
de wijze waarop de houder er zorg voor draagt dat de stabiliteit voor opvang van kinderen, in het bijzonder van baby’s, indien die in de ouderparticipatiecrèche worden opgevangen, is gewaarborgd; en
- b.
de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe groep waarin zij zullen worden opgevangen rekening houdend met de omstandigheid dat er meerdere participerende ouders op een dag een dienst draaien.
3.
De houder van een ouderparticipatiecrèche beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, bedoeld in de artikelen 3 en 12, in concrete termen:
- a.
de wijze waarop de houder zorg draagt dat gegarandeerd wordt dat de participerende ouder in beginsel een dagdeel per week een dienst draait, hierbij rekening houdend met verlof en ziekte van de participerende ouder;
- b.
de wijze waarop door de houder invulling wordt gegeven aan het onderling vervangen, de groepsindeling, en afstemming van de participerende ouders; en
- c.
de verantwoordelijkheden van diverse ouders en de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de verschillende taken; en
- d.
de omstandigheid dat de mentor een participerende ouder is die niet de ouder is van het kind dat wordt opgevangen in een ouderparticipatiecrèche.