Einde inhoudsopgave
Landsverordening internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen [Curaçao]
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
17-09-2015, Publicatieblad van Curaçao 2015, 53 (uitgifte: 25-09-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-09-2015, Publicatieblad van Curaçao 2015, 53 (uitgifte: 25-09-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Een uitbetalende instantie verstrekt de bevoegde functionaris binnen drie maanden na het verstrijken van het kalenderjaar waarin de rentebetaling heeft plaatsgevonden de volgende gegevens:
- a.
de identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde zoals die overeenkomstig de artikelen 8 en 9 zijn vastgesteld;
- b.
de naam en het adres van de uitbetalende instantie;
- c.
het rekeningnummer van de uiteindelijk gerechtigde of, bij het ontbreken daarvan, een eenduidige omschrijving van de rentedragende schuldvordering;
- d.
Het totale bedrag van de rentebetaling.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel d, gespecificeerd naar de volgende categorieën rentebetalingen, worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:
- a.
in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel a: het bedrag van de uitbetaalde of bijgeschreven rente;
- b.
in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdelen a of c: het bedrag van de rente of de inkomsten als bedoeld in die onderdelen of het totaalbedrag van de opbrengst van de verkoop, terugbetaling of aflossing;
- c.
in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b: het bedrag van de inkomsten als bedoeld in dat onderdeel of het totaalbedrag van de uitkering.
3.
Voor de toepassing van het tweede lid worden per uiteindelijk gerechtigde alle daar bedoelde rentebetalingen per categorie binnen een kalenderjaar als een rentebetaling beschouwd.
4.
Indien de uitbetalende instantie een entiteit is als bedoeld in artikel 5, moet deze voorts gegevens verstrekken betreffende:
- a.
de in één kalenderjaar aan deze entiteit uitbetaalde rente of bewerkstelligde rentebetaling, bedoeld in artikel 5, en
- b.
de gedeelten van de uitbetaalde rente of bewerkstelligde rentebetaling die toevallen aan elke participant in deze entiteit, voorzover de participant met inachtneming van artikel 10, onderdeel a, als uiteindelijk gerechtigde wordt aangemerkt.
5.
Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen nadere regels worden gesteld ter zake van de wijze van verstrekking van de in het eerste of vierde lid bedoelde gegevens.