Einde inhoudsopgave
Besluit investeringsaftrek 2014
2.3 Niet eerder gebruikt bedrijfsmiddel; huur of lease gevolgd door aankoop en milieuvriendelijke voertuigen
Geldend
Geldend vanaf 27-03-2014. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 17-03-2014
- Bronpublicatie:
17-03-2014, Stcrt. 2014, 8550 (uitgifte: 26-03-2014, regelingnummer: BLKB 2014/106M)
- Inwerkingtreding
27-03-2014, terugwerkend tot: 17-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-03-2014, Stcrt. 2014, 8550 (uitgifte: 26-03-2014, regelingnummer: BLKB 2014/106M)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
Voor de EIA en de MIA geldt dat sprake moet zijn van een niet eerder gebruikt bedrijfsmiddel (artikel 3.42 en artikel 3.42a van de Wet IB 2001). Of daarvan sprake is als een zaak wordt aangeschaft na een bepaalde periode van huur of lease door de ondernemer, is afhankelijk van de fiscale positie die de zaak inneemt in het vermogen van de vervreemdende ondernemer. Deze positie wordt bepaald door de intentie die de vervreemdende ondernemer heeft met het desbetreffende activum.
Als bijvoorbeeld bij huur of lease van een zaak in een huur- of leasecontract een optie tot koop na een relatief korte periode na de ingebruikneming van de zaak door de huurder is opgenomen en deze optie ook daadwerkelijk in die korte periode wordt uitgeoefend, zal er voor de verkoper in het algemeen eerder sprake zijn van voorraad dan van een bedrijfsmiddel. De tijdelijke verhuur of lease doet aan het voornemen de zaak te verkopen niet af. De koper investeert dan in een niet eerder gebruikt bedrijfsmiddel omdat voordien bij de verkoper sprake was van voorraad terwijl bij de huurder nog geen sprake was van een bedrijfsmiddel.
Als in het huur- of leasecontract de optie tot koop niet is opgenomen, zal voor de verkoper in het algemeen sprake zijn van een bedrijfsmiddel. Hij beoogt de zaak door middel van verhuur of lease te exploiteren. Als de huurder of lessee daarna (al dan niet binnen korte tijd) tot koop van het gehuurde overgaat is dan ook sprake van een investering in een eerder gebruikt bedrijfsmiddel.
Gebleken is dat milieuvriendelijke voertuigen die als demonstratiemodel zijn gebruikt niet in aanmerking kunnen komen voor MIA of VAMIL omdat zij gelden als gebruikt. Met name bij deze voertuigen met een relatief nieuwe techniek bestaat behoefte aan demonstratiemodellen.
Goedkeuring
Voor milieuvriendelijke voertuigen die op de milieulijst staan, geldt dat deze als niet eerder gebruikt bedrijfsmiddel mogen worden aangemerkt als deze voldoen aan de vereisten voor nieuwe vervoermiddelen (landvoertuigen), zoals opgenomen in artikel 2a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de omzetbelasting 1968. Dat komt neer op maximaal zes maanden na eerste ingebruikneming of ten hoogste 6000 kilometer.