Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WEB
Artikel 3.2.1 Berekening uitkering educatie vanaf 2018
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
10-12-2014, Stb. 2014, 536 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2014, Stb. 2014, 536 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De uitkering educatie die per kalenderjaar aan een college van burgemeester en wethouders van een contactgemeente van een regio educatie wordt verstrekt, is de som van de bedragen die voor elk van de tot die regio educatie behorende gemeenten wordt berekend volgens de volgende formule:
{((Og/On) × 1/3) + ((Ag/An) × 1/3) + ((Bg/Bn) × 1/3)} × ib
waarbij wordt verstaan onder:
Og: Het door het CBS op verzoek van Onze Minister berekende gemiddelde percentage inwoners van de gemeente van 15 tot en met 75 jaar met een opleiding op ten hoogste het niveau van het diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs in het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de uitkering wordt vastgesteld, vermenigvuldigd met het door het CBS op verzoek van Onze Minister berekende aantal volwassen inwoners van de gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de uitkering wordt vastgesteld;
On: de som van de uitkomsten van bovenbedoeld Og voor alle Nederlandse gemeenten tezamen;
Ag: Het door het CBS op verzoek van Onze Minister berekende aantal volwassen inwoners van de gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de uitkering wordt vastgesteld, waarvoor geldt dat beide ouders of de volwassen inwoner zelf en één ouder geboren zijn in een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
An: de som van de uitkomsten van bovenbedoeld AG voor alle Nederlandse gemeenten tezamen;
Bg: Het aantal WWB-uitkeringen aan personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de uitkering wordt vastgesteld;
Bn: de som van bovenbedoeld Bg voor alle Nederlandse gemeenten tezamen;
Ib: het totale bedrag dat door Onze Minister beschikbaar is gesteld voor uitkeringen educatie voor alle regio’s educatie voor het jaar waarvoor de uitkering wordt vastgesteld.
2.
De uitkomst van de berekening op grond van het eerste lid wordt rekenkundig afgerond op hele euro’s.
3.
Jaarlijks wordt in januari de voor dat kalenderjaar vastgestelde uitkering educatie betaald aan de contactgemeente.