Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1862 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie
Artikel 33 Uitvoering van een in een signalering gevraagde actie
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2018
- Bronpublicatie:
28-11-2018, PbEU 2018, L 312 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: 2018/1862)
- Inwerkingtreding
27-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2018, PbEU 2018, L 312 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: 2018/1862)
- Vakgebied(en)
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Douane (V)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Wanneer een persoon als bedoeld in artikel 32 wordt aangetroffen, delen de bevoegde autoriteiten van de uitvoerende lidstaat, met inachtneming van de voorschriften van lid 4, aan de signalerende lidstaat mee waar de betrokkene zich bevindt.
2.
Indien het personen betreft die overeenkomstig artikel 32, lid 1, onder a), c), d) en e), in bescherming moeten worden genomen, raadpleegt de uitvoerende lidstaat onmiddellijk zijn eigen bevoegde autoriteiten en die in de signalerende lidstaat via de uitwisseling van aanvullende informatie, teneinde onverwijld de te nemen maatregelen overeen te komen. De bevoegde autoriteiten in de uitvoerende lidstaat kunnen, overeenkomstig het nationaal recht, dergelijke personen naar een veilige plaats overbrengen teneinde hun verdere doorreis te beletten.
3.
Voor kinderen worden bij elk besluit dat betrekking heeft op te nemen maatregelen of op de overbrenging van het kind naar een veilige plaats als bedoeld in lid 2, de belangen van het kind voorop geplaatst. Dergelijke besluiten worden onmiddellijk genomen, en uiterlijk 12 uur nadat het kind is gevonden, in voorkomend geval in overleg met relevante kinderbeschermingsinstanties.
4.
Wanneer een vermiste meerderjarige wordt gevonden, is voor andere mededelingen van gegevens dan die tussen de bevoegde autoriteiten de instemming van de betrokken persoon vereist. De bevoegde autoriteiten kunnen echter aan een belanghebbende die de persoon als vermist heeft opgegeven, meedelen dat de signalering is gewist omdat de persoon is gelokaliseerd.