Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan
Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan:artikel 4
Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan
Artikel 4 Verontreiniging ten gevolge van storting of verbranding
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 25-03-1998
- Bronpublicatie:
22-09-1992, Trb. 1993, 141 (uitgifte: 14-10-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-03-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-1998, Trb. 1998, 169 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De Verdragsluitende Partijen ondernemen, afzonderlijk of gezamenlijk, alle mogelijke stappen om de verontreiniging ten gevolge van het storten of verbranden van afval of andere stoffen te voorkomen en te beëindigen in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag, in het bijzonder op de in Bijlage II voorgeschreven wijze.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.