Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 170 Toegang en gebruik
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Elke Partij ziet erop toe dat alle onder de overeenkomst vallende ondernemingen of dienstverleners uit de andere Partij op redelijke en niet-discriminerende1. voorwaarden toegang krijgen tot en gebruik kunnen maken van openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten. Die verplichting wordt, onder meer, door toepassing van de leden 2 tot en met 5 ten uitvoer gelegd.
2.
Elke Partij ziet erop toe dat onder de overeenkomst vallende ondernemingen of dienstverleners uit de andere Partij toegang hebben tot en gebruik kunnen maken van alle openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten die binnen of over haar grenzen worden aangeboden, met inbegrip van particuliere huurlijnen, en zorgt er daartoe, met inachtneming van lid 5, voor dat het dergelijke ondernemingen en leveranciers is toegestaan om:
- a)
eind- of andere apparatuur die met het openbare telecommunicatienetwerk verbonden is en die nodig is om hun diensten te verlenen, te kopen of huren, en aan dat netwerk te koppelen;
- b)
interconnectie tot stand te brengen tussen particuliere geleasede of in eigendom zijnde lijnen en openbare telecommunicatienetwerken of lijnen die worden geleased of eigendom zijn van een andere onder de overeenkomst vallende onderneming of dienstverlener, alsmede
- c)
exploitatieprotocollen van hun keuze te gebruiken, andere dan die welke noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de telecommunicatienetwerken en -diensten beschikbaar zijn voor het algemene publiek.
3.
Elke Partij ziet erop toe alle dienstverleners uit de andere Partij openbare telecommunicatienetwerken en -diensten kunnen gebruiken voor het verkeer van informatie op haar grondgebied en over haar grenzen heen, daarbij inbegrepen de interne bedrijfscommunicatie van die dienstverleners, en voor toegang tot informatie in gegevensbestanden of tot informatie die op andere wijze in machine- leesbare vorm is opgeslagen op het grondgebied van een der Partijen.
4.
Niettegenstaande lid 3 kan een Partij de nodige maatregelen nemen om de veiligheid en vertrouwelijkheid van de communicatie te waarborgen, mits die maatregelen niet worden toegepast op een wijze die hetzij een verkapte beperking van de handel in diensten, hetzij een middel tot willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie vormt, hetzij de voordelen uit hoofde van deze titel tenietdoet of uitholt.
5.
Elke Partij ziet erop toe dat voor de toegang tot en het gebruik van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten uitsluitend voorwaarden worden gesteld die noodzakelijk zijn:
- a)
ter vrijwaring van de verantwoordelijkheid als openbare instantie van leveranciers van openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten en met name hun bevoegdheid hun diensten aan het algemene publiek ter beschikking te stellen; dan wel
- b)
ter bescherming van de technische integriteit van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten.
Voetnoten
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ‘niet-discriminerend’ verstaan: meestbegunstigings- en nationale behandeling als omschreven in de artikelen 129, 130, 136 en 137, alsmede onder voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan die welke in soortgelijke situaties worden toegekend aan andere gebruikers van soortgelijke openbare telecommunicatienetwerken of -diensten.