Einde inhoudsopgave
Besluit Onderlinge overlegprocedures
7.2 Arbitrage onder bilaterale belastingverdragen
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 11-06-2020
- Bronpublicatie:
11-06-2020, Stcrt. 2020, 32689 (uitgifte: 22-06-2020, regelingnummer: 2020-0000101607)
- Inwerkingtreding
23-06-2020, terugwerkend tot: 11-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2020, Stcrt. 2020, 32689 (uitgifte: 22-06-2020, regelingnummer: 2020-0000101607)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
Europees belastingrecht / Algemeen
Bilaterale belastingverdragen bevatten steeds vaker een bepaling die verplichte en bindende arbitrage mogelijk maakt. Ook zijn er nog Nederlandse bilaterale belastingverdragen die weliswaar een arbitrageregeling kennen, maar waarbij arbitrage alleen wordt ingezet als alle betrokken staten hiermee instemmen. Bij verplichte arbitrage ontbreekt dit instemmingsvereiste.
Een arbitrageregeling in een belastingverdrag is een resultaat van onderhandelingen tussen de betrokken staten. Dit betekent dat arbitrageregelingen verschillen. Ook wanneer de arbitrageregeling van het MLI is geaccepteerd, spreken staten in een bilaterale regeling nadere voorwaarden af in een bevoegde autoriteitenovereenkomst. Dit geldt onder andere voor de wijze waarop, voorwaarden waaronder en de termijn waarin een verzoek om arbitrage kan worden ingediend, maar ook over hoe de arbitragecommissie wordt ingesteld en welke termijnen gelden voor het uitbrengen van het advies. Verwezen wordt naar de toepasselijke regelingen.1.