Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 08-09-2017
- Bronpublicatie:
13-02-2004, Trb. 2005, 44 (uitgifte: 23-02-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2016, Trb. 2016, 161 (uitgifte: 12-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Internationaal Verdrag van 13 februari 2004
De partijen bij dit Verdrag,
In herinnering roepend artikel 196, eerste lid, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (UNCLOS), dat bepaalt ‘Staten nemen alle nodige maatregelen ter voorkoming, vermindering en bestrijding van verontreiniging van het mariene milieu, voortvloeiend uit het gebruik van onder hun rechtsmacht of toezicht staande technologieën, of de opzettelijke of onbedoelde introductie van uitheemse of nieuwe soorten in een bepaald deel van het mariene milieu, die daarin aanmerkelijke en schadelijke veranderingen kan teweegbrengen’,
Gelet op de doelstellingen van het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD) van 1992 en het feit dat de verplaatsing en binnenkomst van schadelijke aquatische organismen en ziektekiemen via het ballastwater van schepen het behoud en duurzaam gebruik van de biodiversiteit bedreigt alsmede besluit IV/5 in 1998 van de Conferentie van de Partijen (COP 4) bij het CBD inzake het behoud en duurzaam gebruik van mariene en kustgebonden ecosystemen, alsmede besluit VI/23 in 2002 van de Conferentie van de Partijen (COP 6) bij het CBD inzake uitheemse soorten die bedreigend zijn voor ecosystemen, habitats of soorten, met inbegrip van een leidraad met betrekking tot invasieve soorten,
Voorts gelet op het feit dat de Conferentie van de Verenigde Naties inzake Milieu en Ontwikkeling (UNCED) de Internationale Maritieme Organisatie (de Organisatie) in 1992 heeft verzocht de aanneming te overwegen van passende regels voor het lozen van ballastwater,
Indachtig de voorzorgsbenadering vervat in beginsel 15 van de Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling en waarnaar verwezen wordt in resolutie MEPC.67(37), op 15 september 1995 aangenomen door de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu van de Organisatie,
Voorts indachtig de oproep in paragraaf 34, onderdeel b, van het plan van aanpak van de Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling van 2002 tot actie op alle niveaus teneinde maatregelen op te stellen om de invasieve uitheemse soorten in ballastwater aan te pakken,
Zich ervan bewust dat het ongecontroleerd lozen van ballastwater en sedimenten door schepen heeft geleid tot de verplaatsing van schadelijke aquatische organismen en ziektekiemen hetgeen schade veroorzaakt aan het milieu, de gezondheid van de mens, goederen en hulpbronnen,
Erkennend het belang dat de Organisatie aan deze kwestie hecht door middel van resoluties A. 774(18) in 1993 en A.868(20) in 1997 van de Assemblee die zijn aangenomen ten behoeve van de aanpak van de verplaatsing van schadelijke aquatische organismen en ziektekiemen.
Voorts erkennend dat verschillende staten individueel maatregelen hebben getroffen teneinde de gevaren van de introductie van schadelijke aquatische organismen en ziektekiemen via schepen die hun havens binnenlopen te voorkomen, te beperken en uiteindelijk uit te bannen en tevens dat deze kwestie die wereldwijd een bron van zorg vormt, maatregelen vergt op grond van wereldwijd toepasselijke voorschriften tezamen met richtlijnen voor de doeltreffende implementatie en uniforme interpretatie,
Geleid door de wens de ontwikkeling van veiliger en doeltreffender mogelijkheden voor het beheer van ballastwater voort te zetten hetgeen zal leiden tot verdere voorkoming, beperking en uiteindelijk de uitbanning van de verplaatsing van schadelijke aquatische organismen en ziektekiemen,
Vastbesloten de gevaren voor het milieu, de gezondheid van de mens, goederen en hulpbronnen die voortvloeien uit de verplaatsing van schadelijke aquatische organismen en ziektekiemen te voorkomen, te beperken en uiteindelijk uit te bannen door middel van controle en beheer van het ballastwater en de sedimenten van schepen, alsmede de ongewenste neveneffecten van die controle te vermijden en ontwikkelingen in de kennis en technologie op dat gebied aan te moedigen,
Overwegende dat deze doelstellingen het best kunnen worden verwezenlijkt door het sluiten van een internationaal verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen,
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep