Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Australië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 11 Interest
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1987
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze wijziging het Tweede Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Australie tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen.
- Bronpublicatie:
30-06-1986, Trb. 1986, 89 (uitgifte: 18-07-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-04-1987, Trb. 1987, 65 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
(1)
Interest afkomstig uit een van de Staten mag, indien het interest betreft waartoe een inwoner van de andere Staat uiteindelijk gerechtigd is, in die andere Staat worden belast.
(2)
Deze interest mag in de Staat waaruit zij afkomstig is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar de aldus geheven belasting mag 10 percent van het bruto-bedrag van de interest niet overschrijden.
(3)
De uitdrukking ‘interest’ in dit artikel omvat interest uit overheidsleningen of uit obligaties of schuldbewijzen, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst, en interest uit iedere andere vorm van schuldenaarschap alsmede alle andere inkomsten die door de belastingwetgeving van de Staat waaruit de inkomsten afkomstig zijn, met interest of inkomsten uit geldleningen worden gelijkgesteld. De uitdrukking omvat niet inkomsten waarop artikel 10 van toepassing is.
(4)
De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de persoon die uiteindelijk tot de interest gerechtigd is en die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waaruit de interest afkomstig is, een bedrijf uitoefent met behulp van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting en de schuldvordering uit hoofde waarvan de interest verschuldigd is, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing.
(5)
Interest wordt geacht uit een Staat afkomstig te zijn, indien zij wordt betaald door die Staat zelf of door een staatkundig onderdeel van die Staat of door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam van die Staat of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel -
- (a)
de persoon die de interest betaalt inwoner is van een van de Staten en in de andere Staat of buiten beide Staten een vaste inrichting bezit, waarvoor de schuldvordering ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, en de interest ten laste komt van de vaste inrichting, wordt de interest geacht daarvandaan afkomstig te zijn waar de vaste inrichting is gevestigd;
- (b)
de persoon die de interest betaalt niet inwoner is van een van beide Staten, maar in een van de Staten een vaste inrichting bezit, waarvoor de schuldvordering ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, en de interest ten laste komt van de vaste inrichting, wordt de interest geacht daarvandaan afkomstig te zijn waar de vaste inrichting is gevestigd.
(6)
Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de persoon die uiteindelijk tot de interest gerechtigd is of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan zij wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat, naar verwacht had mogen worden, zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van de betaalde interest belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Staten, doch onder voorbehoud van de overige bepalingen van deze Overeenkomst.