Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (codificatie)
Artikel 15 Comitéprocedure
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2016
- Bronpublicatie:
08-06-2016, PbEU 2016, L 176 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: 2016/1036)
- Inwerkingtreding
20-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2016, PbEU 2016, L 176 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: 2016/1036)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2.
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
3.
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
4.
5.
Indien ingevolge artikel 3, lid 5, van Verordening (EU) nr. 182/2011 een schriftelijke procedure wordt gevolgd om overeenkomstig lid 3 van dit artikel definitieve maatregelen vast te stellen of om overeenkomstig artikel 11, lid 6, van deze verordening te besluiten al dan niet een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te openen, wordt deze procedure afgesloten zonder verder vervolg, indien binnen de door de voorzitter vastgestelde termijn deze zulks besluit of een meerderheid van de leden van het comité zoals omschreven in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) nr. 182/2011 daarom verzoekt. Wanneer in andere gevallen een schriftelijke procedure wordt gevolgd voor de ontwerpmaatregel die in het comité is besproken, wordt deze procedure afgesloten zonder verder vervolg indien binnen de door de voorzitter vastgestelde termijn deze zulks besluit of een meerderheid van de leden van het comité daarom verzoekt. Wanneer in andere gevallen een schriftelijke procedure wordt gevolgd zonder dat de ontwerpmaatregel in een comité is besproken, wordt deze procedure afgesloten zonder verder vervolg, indien binnen de door de voorzitter vastgestelde termijn deze zulks besluit of een vierde van de leden van het comité daarom verzoekt.
6.
Het comité kan elke kwestie in verband met de toepassing van deze verordening die door de Commissie of op verzoek van een lidstaat aan de orde wordt gesteld, in overweging nemen. De lidstaten mogen om informatie verzoeken en mogen van gedachten wisselen in het comité of rechtstreeks met de Commissie.