Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1060 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
Artikel 118 bis Voorwaarden voor concrete acties die gefaseerd worden uitgevoerd en vóór 29 juni 2022 uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor steun zijn geselecteerd
Geldend
Geldend vanaf 26-10-2022
- Bronpublicatie:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Inwerkingtreding
26-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
1.
Niettegenstaande artikel 118 komt een concrete actie waarvan de totale kosten meer dan 1 000 000 EUR bedragen en die vóór 29 juni 2022 was geselecteerd en van start ging in het kader van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en de fondsspecifieke Verordeningen (EU) nr. 1301/2013 (1), (EU) nr. 1304/2013(2), (EU) nr. 1300/2013(3), (EU) nr. 1299/2013 (4) en (EU) nr. 508/2014(5)van het Europees Parlement en de Raad, in aanmerking voor steun in het kader van deze verordening en de overeenkomstige fondsspecifieke verordeningen in de programmeringsperiode 2021-2027.
In afwijking van artikel 73, leden 1 en 2, kan de beheerautoriteit besluiten rechtstreeks steun voor een dergelijke concrete actie toe te kennen uit hoofde van deze verordening, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
de concrete actie heeft twee financieel onderscheidbare fasen met afzonderlijke audittrails;
- b)
de concrete actie valt onder acties die in het kader van een relevante specifieke doelstelling zijn geprogrammeerd, en is aan een interventietype overeenkomstig bijlage I toegewezen;
- c)
uitgaven in een betalingsaanvraag met betrekking tot de eerste fase zijn niet opgenomen in betalingsaanvragen met betrekking tot de tweede fase;
- d)
de lidstaat verbindt zich ertoe de tweede en laatste fase te voltooien en operationeel te maken in de programme ringsperiode, zoals blijkt uit het eindverslag over de uitvoering, dan wel, wat het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij betreft, uit het overeenkomstig artikel 141 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ingediende eindverslag over de uitvoering.
2.
Dit artikel is niet van toepassing op concrete acties om migratieproblemen als gevolg van de militaire agressie van de Russische Federatie aan te pakken die worden ondersteund door gebruik te maken van de in artikel 98, lid 4, eerste en tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 geboden mogelijkheid.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling ‘Investeren in groei en werkgelegenheid’, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12. 2013, blz. 289).
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).
Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).
Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’ (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).
Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).