Einde inhoudsopgave
Voorstel van wet houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)
Artikel 5.2 (afbakening vergunningplicht artikel 5.1)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Bij de aanwijzing van gevallen op grond van artikel 5.1, eerste en tweede lid, worden de grenzen van artikel 2.3, derde lid, in acht genomen. Daarbij kunnen voor:
- a.
een ontgrondingsactiviteit,
- b.
een brandveilig gebruiksactiviteit,
- c.
een milieubelastende activiteit,
- d.
een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk,
- e.
een wateronttrekkingsactiviteit,
- f.
een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een lokale spoorweg,
gevallen worden aangewezen waarin, binnen bij die aanwijzing aangegeven grenzen, in het omgevingsplan, de waterschapsverordening of de omgevingsverordening van de aanwijzing kan worden afgeweken.
2.
Op grond van artikel 5.1, eerste en tweede lid, worden in ieder geval gevallen aangewezen ter uitvoering van:
- a.
- b.
- c.
het Londen-protocol,
- d.
de mer-richtlijn,
- e.
het Ospar-verdrag,
- f.
- g.
de richtlijn offshore veiligheid,
- h.
de Seveso-richtlijn,
- i.
- j.
- k.
het verdrag van Aarhus,
- l.
het verdrag van Valletta.