Einde inhoudsopgave
Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 [Curaçao]
Artikel 108
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1953
- Redactionele toelichting
M.i.v. 10-10-2010 bestendigd als landsverordening van Curaçao ingevolge art. 1, lid 1, van de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Curaçao (04-09-2010, A.B. 87).
- Bronpublicatie:
04-09-1951, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1951, 134 (uitgifte: 04-09-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-12-1952, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1952, 177 (uitgifte: 27-12-1952, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Tegen de beschikking in het vorige artikel vermeld kan de inzender van het beroepschrift, met inachtneming van de onderscheidingen in artikel 98, eerste lid, gemaakt binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak dan wel van de toezending of van de terhandstelling, schriftelijk verzet doen bij de raad.
2.
De inzending van het verzet vindt plaats bij aangetekende brief. Artikel 4 vindt overeenkomstige toepassing.
3.
De griffier tekent onverwijld de dag van ontvangst aan op het geschrift waarbij verzet wordt gedaan.
4.
Tengevolge van dat verzet vervalt de beschikking, tenzij het verzet nietig of ongegrond wordt verklaard.
5.
Het voorschrift van artikel 104 omtrent de ondertekening van het beroepschrift wordt daarbij in acht genomen. Niet nakoming daarvan maakt het verzet nietig.
6.
Alvorens een verzet nietig te verklaren, stelt de raad degene die verzet heeft gedaan, in de gelegenheid binnen een bepaalde termijn het begane verzuim te herstellen.
7.
Is de raad van oordeel, dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, dan kan hij zonder nader onderzoek het verzet ongegrond verklaren, echter niet dan na degene die verzet heeft gedaan, in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord. Van tijd en plaats van het verhoor wordt de opposant ten minste veertien dagen tevoren kennisgegeven. Hij is niet verplicht te verschijnen.
8.
De beschikking tot nietigverklaring of ongegrondverklaring van een verzet is met redenen omkleed. Zij wordt in het openbaar uitgesproken. Het bepaalde in artikel 107, derde lid, is op die beschikking van toepassing. Een hogere voorziening staat daartegen niet open.