Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 468/2014 vaststelling kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (ECB/2014/17)
Artikel 125 Bevoegdheden van de onderzoekseenheid
Geldend
Geldend vanaf 15-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 141 (uitgifte: 14-05-2014, regelingnummer: 468/2014 ECB/2014/17)
- Inwerkingtreding
15-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 141 (uitgifte: 14-05-2014, regelingnummer: 468/2014 ECB/2014/17)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
In het kader van het onderzoek naar vermeende schendingen zoals vermeld in artikel 124, mag de onderzoekseenheid gebruikmaken van de aan de ECB op basis van de GTM-verordening toegekende bevoegdheden.
2.
Indien een verzoek wordt gedaan aan de betreffende onder toezicht staande entiteit op basis van de aan de ECB door de GTM-verordening toegekende bevoegdheden in het kader van een onderzoek, specificeert de onderzoekseenheid het onderwerp en het doel van het onderzoek.
3.
Bij de uitvoering van haar taken heeft de onderzoekseenheid toegang tot alle documenten en informatie die door de ECB en waar van toepassing, door de betreffende NBA's is verzameld bij de uitvoering van hun toezichtwerkzaamheden.