Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili
Artikel 20 Ouderdomspensioen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1997
- Bronpublicatie:
10-01-1996, Trb. 1996, 61 (uitgifte: 12-02-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-01-1997, Trb. 1997, 7 (uitgifte: 09-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Het Nederlands bevoegd orgaan stelt het ouderdomspensioen rechtstreeks en uitsluitend vast op basis van de krachtens de Nederlandse wet, genoemd in artikel 2, eerste lid, sub B, onderdeel b, vervulde tijdvakken.
2.
Tijdvakken gelegen voor 1 januari 1957, gedurende welke een onderdaan van één der Verdragsluitende Staten of een in artikel 4, sub b, bedoelde persoon na het bereiken van de 15-jarige leeftijd in Nederland heeft gewoond of gedurende welke hij, in een ander land wonende, in Nederland arbeid in loondienst heeft verricht, worden mede aangemerkt als verzekeringstijdvakken indien hij niet voldoet aan de voorwaarden van de Nederlandse wetgeving op grond waarvan zodanige tijdvakken voor hem met verzekeringstijdvakken mogen worden gelijkgesteld.
3.
De in het tweede lid bedoelde tijdvakken worden alleen in aanmerking genomen voor de berekening van het ouderdomspensioen indien de persoon verzekerd is geweest in de zin van artikel 6 van de Nederlandse wet genoemd in artikel 2, eerste lid, sub B, onderdeel b, en hij na het bereiken van de 59-jarige leeftijd ten minste zes jaar op het grondgebied van één of van beide Verdragsluitende Staten heeft gewoond, en alleen wanneer hij op het grondgebied van één van beide Staten woont. Deze tijdvakken worden evenwel niet in aanmerking genomen indien zij samenvallen met tijdvakken die reeds in aanmerking zijn genomen voor de berekening van een ouderdomspensioen krachtens de wetgeving van een ander land dan Nederland.