Einde inhoudsopgave
Wetboek van Koophandel BES
Artikel 526
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Koophandel, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 495 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Gedurende de tijd, dat de schepeling in dienst van de zeewerkgever aan boord van een schip of buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba verblijft, heeft zijn niet van tafel en bed gescheiden echtgenote recht op uitbetaling, op de voet als in de volgende leden bepaald, van ten hoogste het twee derde gedeelte van het in geld vastgesteld loon, tot onderhoud van haar en haar kinderen, die niet in staat zijn in hun onderhoud te voorzien.
2.
De uitbetaling door de zeewerkgever geschiedt aan de echtgenote tegen overlegging van een met het oog op de laatste monstering afgegeven verklaring van haar man of beschikking van de rechter in eerste aanleg van haar woonplaats en wel voor het in die verklaring of die beschikking genoemde gedeelte van het aan de schepeling verschuldigde loon. Wanneer een onmiddellijke voorziening wordt vereist, bepaalt de rechter in eerste aanleg aanstonds het gedeelte van het loon van de schepeling, op welks uitbetaling de echtgenote voorlopig recht heeft tot onderhoud van haar en de in het eerste lid bedoelde kinderen. Deze beschikking behoudt tegenover de zeewerkgever haar kracht gedurende een maand na de dag van haar dagtekening, voor zoveel hem niet vóór de afloop van die termijn de eindbeschikking van de rechter in eerste aanleg is overlegd.
3.
Het gedeelte van het loon, op welks uitbetaling de echtgenote recht heeft, wordt haar uitgekeerd op de tijdstippen voor de uitbetaling bepaald door de arbeidsovereenkomst of, bij stilzwijgen van deze, door het gebruik of de billijkheid, met dien verstaande, dat, indien het loon naar tijdruimte is vastgesteld, de hierbedoelde uitbetaling uiterlijk telkens na een maand geschiedt.