Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale bescherming van volwassenen
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is afkomstig van de Verdragenbank op www.minbuza.nl.
- Bronpublicatie:
13-01-2000, Trb. 2008, 139 (uitgifte: 07-07-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-01-2000, Trb. 2008, 139 (uitgifte: 07-07-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
1.
Indien een ingevolge de artikelen 5 tot en met 8 bevoegde autoriteit de plaatsing van de volwassene in een instelling of op een andere plaats waar bescherming kan worden geboden overweegt, en indien deze plaatsing dient te geschieden in een andere Verdragsluitende Staat, pleegt zij eerst overleg met de Centrale Autoriteit of een andere bevoegde autoriteit van laatstgenoemde Staat. Daartoe verstrekt zij een rapport over de volwassene, vergezeld van de redenen voor de voorgestelde plaatsing.
2.
De beslissing over de plaatsing mag in de verzoekende Staat niet worden genomen indien de Centrale Autoriteit of een andere bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat binnen een redelijke termijn blijk geeft van haar bezwaar.