Einde inhoudsopgave
Wet op de geneesmiddelenvoorziening BES
Artikel 26a
Geldend
Geldend van 10-10-2010 tot 01-01-2025
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening op de geneesmiddelenvoorziening, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 638 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
1.
Het is verboden, middellijk of onmiddellijk, een apotheek te vestigen, te verplaatsen, over te nemen dan wel te drijven, zonder een daartoe door Onze Minister verleende vergunning.
2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in het eerste lid, wordt een eenmalige vergoeding geheven overeenkomstig regelen bij algemene maatregel van bestuur, vast te stellen.
3.
Voor een vergunning als bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks een vergoeding geheven overeenkomstig regelen bij algemene maatregel van bestuur, vast te stellen.
4.
De vergunning kan worden ingetrokken indien de verschuldigde vergoeding niet is betaald.
5.
Onze Minister kan aan de vergunning voorwaarden verbinden, de vergunning weigeren of deze intrekken, indien het belang van de volksgezondheid zulks vordert en voorts indien naar het oordeel van Onze Minister het algemeen belang zulks vordert.
6.
Onze Minister beslist niet tot toekenning, weigering of intrekking van een vergunning als bedoeld in het eerste lid, alvorens een bij algemene maatregel van bestuur in te stellen commissie te hebben gehoord. In deze commissie hebben, naast de Inspecteur, die als voorzitter optreedt, zitting twee of meerdere door het bestuurscollege van het betrokken eilandgebied voorgedragen personen. Bij de uitvoering van haar werkzaamheden neemt de commissie de door Onze Minister vast te stellen regelen in acht.