Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 168/2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten
Artikel 5 bis Jaarlijkse en meerjarige programmering
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2022
- Bronpublicatie:
05-04-2022, PbEU 2022, L 108 (uitgifte: 07-04-2022, regelingnummer: 2022/555)
- Inwerkingtreding
27-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2022, PbEU 2022, L 108 (uitgifte: 07-04-2022, regelingnummer: 2022/555)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Staatsrecht / Grondrechten
1.
Elk jaar stelt de directeur overeenkomstig artikel 32 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 (1) van de Commissie een ontwerpprogrammeringsdocument op dat met name de jaarlijkse en meerjarige werkprogramma’s bevat.
2.
De directeur dient het ontwerpprogrammeringsdocument in bij de raad van bestuur. De directeur legt het door de raad van bestuur goedgekeurde ontwerpprogrammeringsdocument uiterlijk op 31 januari van elk jaar voor aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De bevoegde voorbereidende instantie van de Raad bespreken het ontwerp voor het meerjarig werkprogramma kunnen het Bureau verzoeken om dat ontwerp voor te stellen.
3.
De directeur legt het ontwerpprogrammeringsdocument uiterlijk op 31 januari van elk jaar voor aan de in artikel 8, lid 1, bedoelde nationale verbindingsfunctionarissen en aan het wetenschappelijk comité, zodat de betrokken lidstaten en het wetenschappelijk comité advies kunnen uitbrengen over het ontwerp.
4.
In het licht van het resultaat van de besprekingen in de bevoegde voorbereidende instantie van de Raad en van de adviezen van de Commissie, de lidstaten en het wetenschappelijk comité legt de directeur het ontwerpprogrammeringsdocument ter aanneming voor aan de raad van bestuur. De directeur legt het aangenomen programmeringsdocument voor aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de in artikel 8, lid 1, bedoelde nationale verbindingsfunctionarissen.
Voetnoten
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz.1).