Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 600 Gronden tot verplichte weigering van de tenuitvoerlegging van het aanhoudingsbevel
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
De tenuitvoerlegging van het aanhoudingsbevel wordt geweigerd:
- a)
indien het strafbaar feit dat aan het aanhoudingsbevel ten grondslag ligt, in de uitvoerende staat onder een amnestie valt en die staat uit hoofde van zijn eigen strafrecht bevoegd was om dat strafbaar feit te vervolgen;
- b)
indien uit de gegevens waarover de uitvoerende rechterlijke autoriteit beschikt, blijkt dat de gezochte persoon door een staat onherroepelijk is berecht voor dezelfde feiten, op voorwaarde dat ingeval een straf is opgelegd, die reeds is ondergaan of ten uitvoer wordt gelegd, dan wel uit hoofde van het recht van de veroordelende staat niet meer ten uitvoer kan worden gelegd; of
- c)
indien de persoon tegen wie het aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, uit hoofde van het recht van de uitvoerende staat op grond van zijn leeftijd niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld voor de feiten die aan het bevel ten grondslag liggen.