Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2017/1852 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie
Artikel 3 Klacht
Geldend
Geldend vanaf 03-11-2017
- Bronpublicatie:
10-10-2017, PbEU 2017, L 265 (uitgifte: 14-10-2017, regelingnummer: 2017/1852)
- Inwerkingtreding
03-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2017, PbEU 2017, L 265 (uitgifte: 14-10-2017, regelingnummer: 2017/1852)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Algemeen
Europees belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
1.
Elke belanghebbende heeft het recht een klacht in te dienen met betrekking tot een geschilpunt bij elk van de bevoegde autoriteiten van elk van de betrokken lidstaten, waarbij om de beslechting van het geschil wordt verzocht. De klacht moet worden ingediend binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de ontvangst van de eerste kennisgeving van de handeling die tot het geschilpunt aanleiding geeft of zal geven, ongeacht of de belanghebbende de nationale rechtsmiddelen van de betrokken lidstaten aanwendt. De belanghebbende dient de klacht tegelijkertijd en met dezelfde gegevens bij elk van de bevoegde autoriteiten in en geeft in de klacht aan welke andere lidstaten betrokken zijn. De belanghebbende zorgt ervoor dat elke betrokken lidstaat de klacht ontvangt in ten minste één van de volgende talen:
- a)
een van de officiële talen van die lidstaat in overeenstemming met nationale wetgeving, of
- b)
een andere taal die deze lidstaat hiervoor aanvaardt.
2.
Elke bevoegde autoriteit bevestigt de ontvangst van de klacht binnen een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de ontvangst van de klacht. Elke bevoegde autoriteit stelt tevens de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken lidstaten binnen twee maanden na ontvangst van de klacht in kennis van die ontvangst. De bevoegde autoriteiten stellen elkaar op dat moment ook in kennis van de taal of talen waarin zij tijdens de desbetreffende procedurehandelingen willen communiceren.
3.
De klacht wordt alleen aanvaard indien de belanghebbende die de klacht indient in een eerste fase de bevoegde autoriteiten van elk van de betrokken lidstaten de volgende inlichtingen verschaft:
- a)
het/de naam (namen), adres (adressen), fisca(a)le identificatienummer(s) en alle andere inlichtingen die nodig zijn voor de identificatie van de belanghebbende (belanghebbenden) die de klacht heeft (hebben) ingediend bij de bevoegde autoriteiten, en van elke andere belanghebbende;
- b)
de betrokken belastingtijdvakken;
- c)
nadere informatie over de relevante feiten en omstandigheden van de zaak (met inbegrip van bijzonderheden over de structuur van de transactie en over de verhouding tussen de belanghebbende en de andere partijen bij de relevante transacties, alsmede van de feiten die te goeder trouw in een wederzijds bindende overeenkomst tussen de belanghebbende en de belastingdienst zijn vastgelegd, waar van toepassing) en meer in het bijzonder de aard en de datum van de handelingen die aanleiding geven tot het geschilpunt (waaronder, in voorkomend geval, bijzonderheden over dezelfde in de andere lidstaat ontvangen inkomsten en over de opneming daarvan in de belastbare inkomsten in de andere lidstaat, en bijzonderheden over de belastingen die in verband met die inkomsten in de andere lidstaat zijn geheven of zullen worden geheven), alsmede de daarmee verband houdende bedragen in de valuta's van de betrokken lidstaten, met een afschrift van eventuele bewijsstukken;
- d)
een verwijzing naar de toepasselijke nationale regels en naar de overeenkomsten of verdragen als bedoeld in artikel 1; indien meer dan één overeenkomst of verdrag van toepassing is, vermeldt de belanghebbende die de klacht indient welke overeenkomst of welk verdrag met betrekking tot het geschilpunt in kwestie wordt uitgelegd. Die overeenkomst of dat verdrag is voor de toepassing van deze richtlijn de toepasselijke overeenkomst of het toepasselijke verdrag;
- e)
de volgende informatie, verstrekt door de belanghebbende die de klacht heeft ingediend bij de bevoegde autoriteiten, samen met een afschrift van eventuele bewijsstukken:
- i)
een verklaring waarom de belanghebbende meent dat er sprake is van een geschilpunt;
- ii)
nadere bijzonderheden over elk door de belanghebbende ingesteld beroep en elke door de belanghebbende opgestarte rechtszaak met betrekking tot de relevante transacties, en over elke rechterlijke beslissing in verband met het geschilpunt;
- iii)
een toezegging van de belanghebbende dat hij zo volledig en zo snel mogelijk op alle toepasselijke verzoeken van een bevoegde autoriteit zal reageren en op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle documentatie zal verstrekken;
- iv)
in voorkomend geval, een afschrift van het definitieve besluit over de belastingaanslag — in de vorm van een definitieve belastingaanslag, een verslag van de belastingcontrole of een ander gelijkwaardig document — dat aanleiding geeft tot het geschilpunt, en een afschrift van elk ander document dat de belastingautoriteiten met betrekking tot het geschilpunt hebben verstrekt;
- v)
in voorkomend geval, informatie over eventuele klachten die door de belanghebbende zijn ingediend uit hoofde van een andere procedure voor onderling overleg of uit hoofde van een andere geschilbeslechtingsprocedure, als omschreven in artikel 16, lid 5, en een uitdrukkelijke toezegging van de belanghebbende dat hij het bepaalde in artikel 16, lid 5, zal naleven;
- f)
alle door de bevoegde autoriteiten gevraagde specifieke aanvullende informatie die noodzakelijk wordt geacht voor een grondig onderzoek van de zaak in kwestie.
4.
De bevoegde autoriteiten van elk van de betrokken lidstaten kunnen om de in lid 3, onder f), bedoelde informatie verzoeken binnen drie maanden, te rekenen vanaf de ontvangst van de klacht. Indien dit door de bevoegde autoriteiten nodig wordt geacht, kunnen verdere verzoeken om informatie worden gedaan tijdens de in artikel 4 bedoelde procedure voor onderling overleg. Nationale wetgeving inzake de bescherming van informatie en de bescherming van het handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of van een fabrieks- of handelswerkwijze is toepasselijk.
Een belanghebbende die een verzoek overeenkomstig lid 3, onder f), ontvangt, antwoordt binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek. Tegelijkertijd wordt ook een afschrift van dit antwoord toegezonden aan de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken lidstaten.
5.
De bevoegde autoriteiten van elk van de betrokken lidstaten nemen een besluit over de aanvaarding of afwijzing van de klacht binnen zes maanden na ontvangst van die klacht of binnen zes maanden na ontvangst van de in lid 3, onder f), bedoelde informatie, indien dat later is. De bevoegde autoriteiten stellen de belanghebbende en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten onverwijld in kennis van hun besluit.
Een bevoegde autoriteit kan binnen zes maanden na ontvangst van een klacht, of binnen zes maanden na ontvangst van de in lid 3, onder f), bedoelde informatie, indien dat later is, besluiten het geschilpunt eenzijdig te beslechten, zonder de andere bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten erbij te betrekken. In dat geval stelt de betreffende bevoegde autoriteit de belanghebbende en de andere bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten daarvan onverwijld in kennis. Na die kennisgeving worden de procedurehandelingen uit hoofde van deze richtlijn beëindigd.
6.
Een belanghebbende die een klacht wenst in te trekken, dient gelijktijdig bij elk van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten een schriftelijke kennisgeving van intrekking in. Met die kennisgeving worden alle procedurehandelingen uit hoofde van deze richtlijn onmiddellijk beëindigd. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten die een dergelijke kennisgeving ontvangen, stellen de andere bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten onverwijld in kennis van die beëindiging van procedurehandelingen.
Indien een geschilpunt om welke reden dan ook ophoudt te bestaan, worden alle procedurehandelingen uit hoofde van deze richtlijn onmiddellijk beëindigd en stellen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten de belanghebbende onverwijld in kennis van deze situatie met de opgave van de algemene redenen daarvoor.