Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De functionaris houdt bij het uitoefenen van zijn werkzaamheden voor Europol en bij het bepalen van zijn gedrag uitsluitend de belangen van Europol voor ogen, zonder aanwijzingen te vragen of te aanvaarden van enige regering of van enig gezag, enige organisatie of persoon buiten Europol, overeenkomstig artikel 30, lid 1, van de Europol-overeenkomst.
De functionaris mag zonder machtiging van de directeur van een regering of van wie dan ook buiten Europol geen eerbewijzen, onderscheidingen, gunsten, giften of beloningen van welke aard ook aanvaarden, behalve wegens vóór zijn aanstelling bewezen diensten of wegens diensten welke gedurende een bijzonder verlof terzake van militaire dienst of andere nationale dienst uit hoofde van een zodanige dienst zijn bewezen.