Einde inhoudsopgave
Wachtgeldbesluit overheidsdienaren BES
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Wachtgeldregeling overheidsdienaren, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 410 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht (V)
1.
Indien de wachtgelder ter voldoening aan een van de verplichtingen, hem bij artikel 10 opgelegd, een hem aangeboden betrekking heeft aanvaard of van een andere gelegenheid tot verwerving van inkomsten gebruik heeft gemaakt, wordt op het wachtgeld in mindering gebracht het bedrag waarmede de som van het wachtgeld en de aldus verworven inkomsten het laatstelijk genoten inkomen overschrijdt. Als betrekking of de andere gelegenheid tot verwerving van inkomsten, bedoeld in het eerste lid, een arbeidsduur van gemiddeld ten minste 36 uren per week en een looptijd van ten minste drie maanden heeft en is verkregen door toedoen van de wachtgelder zelf heeft hij gedurende de voor hem resterende wachtgeld-periode, bedoeld in artikel 5 niettegenstaande het bepaalde in de eerste volzin, naast het wachtgeld recht op maandelijkse toeslag gelijk aan 25% van het laatstelijk genoten inkomen. Het bepaalde in de tweede volzin is niet van toepassing, indien het gaat om een plaatsing, herplaatsing of terbeschikkingstelling, bedoeld in artikel 29. Indien de betrekking of de andere gelegenheid tot verwerving van inkomsten een bepaalde looptijd heeft, vervalt de toeslag van rechtswege na ommekomst van die looptijd, tenzij sprake is van een direct aansluitende verlenging daarvan met een omlooptijd van ten minste drie maanden of van een direct aansluitende andere betrekking of andere gelegenheid tot het verwerven van inkomsten met een arbeidsduur van gemiddeld ten minste 36 uren per week en een looptijd van ten minste drie maanden.
2.
De verrekening geschiedt telkens over de maand waarop de inkomsten betrekking hebben. Indien de inkomsten van dien aard zijn, dat zij over een langere termijn moeten worden berekend, wordt op het wachtgeld een vermindering van een voorlopig vastgesteld bedrag toegepast onder voorbehoud van definitieve verrekening aan het einde van de langere termijn.
3.
Indien de arbeid of het bedrijf waaruit de wachtgelder inkomsten verwerft reeds vóór de dag van het ontslag uit de dienst door hem ter hand genomen is, zijn op die inkomsten het eerste en het tweede lid van toepassing, tenzij hij aannemelijk maakt dat zij geen verband houden met het hem verleende ontslag en evenmin op of na de dag van het ontslag aanmerkelijk zijn toegenomen.