Einde inhoudsopgave
Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële dienstverlening Wft
Bijlage 6 Eindtermen en toetstermen module inkomen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
06-02-2024, Stcrt. 2024, 5394 (uitgifte: 29-02-2024, regelingnummer: 2024-0000080747)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2024, Stcrt. 2024, 5394 (uitgifte: 29-02-2024, regelingnummer: 2024-0000080747)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Algemene kennis en vaardigheden
Nummer toetsterm | Omschrijving toetsterm | Kennisniveau |
---|---|---|
Eindterm 1a De persoon baseert zijn werkzaamheden ten behoeve van het advies met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen
op actuele kennis van relevante wet- en regelgeving. | ||
1a.1 | De kandidaat kan de relatie tussen de eisen die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek (BW) over professioneel en integer handelen (zorgplicht): overeenkomst van opdracht Boek 7 art. 400 e.v.) uitleggen en kan de spanningsvelden met de Wet op het financieel toezicht (Wft) in concrete recente gevallen analyseren. | B |
1a.2 | De kandidaat kan uitleggen wat de gevolgen zijn van het niet voldoen aan de mededelingsplicht conform art. 7:928 e.v. BW (afdwingen professioneel en integer gedrag door de klant) en kan daarbij recente praktijkgevallen beschrijven. | B |
1a.3 | De kandidaat kan beschrijven welke beroepsmogelijkheden bestaan bij sancties van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), uitspraken klachteninstituten en rechterlijke uitspraken. | K |
1a.4 | De kandidaat kan de relevante bepalingen in de Wet op medische keuring en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst uitleggen. | B |
1a.5 | De kandidaat kan de hoogte van de actuele sociale loongrenzen (minimumloon en max. dagloon) bij benadering noemen. | K |
1a.6 | De kandidaat kan de gevolgen van privacywetgeving schetsen. | B |
1a.7 | De kandidaat kan het verband aangeven tussen arbeidsongeschiktheid en overige financiële producten. | B |
1a.8 | De kandidaat kan de status van werknemer, zelfstandige zonder personeel, DGA en ondernemer binnen de sociale zekerheid en de belastingwetgeving in hoofdlijnen beschrijven. | K |
Vaardigheid (V) De kandidaat kan: | Norm/Resultaat/Prestatie-indicator | Toelichting op vaktechnische of communicatieve aspecten van de vaardigheid of omstandigheden rond de vaardigheid. |
---|---|---|
Eindterm 2a De persoon beschikt over het vermogen om mondeling en schriftelijk te communiceren. | ||
2a.1 Gestructureerd interviewen. | De kandidaat werkt gestructureerd en is onbevooroordeeld. Interviewtechniek en vraagpunten van het onderzoek zijn goed uitgewerkt en worden goed uitgevoerd. De kandidaat stelt de juiste en relevante vragen. De interviewtechniek is gebaseerd op de onderdelen: luisteren, doorvragen, confronteren, inleven in de klant en duidelijk vastleggen. | Het niveau van kennis en begrip van gesprekspartner varieert. Kandidaat interviewt klant in verschillende levensfasen en met betrekking tot verschillende gebeurtenissen. |
2a.2 Mondeling communiceren. | De relevante informatie en de persoonlijke toelichting zijn correct, duidelijk en niet-misleidend en afgestemd op het begripsniveau van de klant. Kandidaat gebruikt tekeningen en grafische voorstellingen, presenteert argumenten en conclusies logisch. | Het niveau van kennis en begrip van gesprekspartner varieert. Demonstreert hoe hij de communicatie aanpast naar de verschillende belanghebbenden. |
2a.3 Formulieren en offertes invullen, aanvragen, controleren en indienen. | De kandidaat werkt gestructureerd en is alert op fouten. De aanvraag wordt op de correcte wijze ingediend. | |
2a.4 Schriftelijk communiceren. | De informatie is correct, duidelijk en niet-misleidend en afgestemd op het begripsniveau van de klant. Document kent een heldere structuur en goede opbouw. Kandidaat gebruikt tekeningen en grafische voorstellingen. | Het niveau van kennis en begrip van gesprekspartner varieert. Demonstreert hoe hij de communicatie aanpast aan de verschillende belanghebbenden. |
Eindterm 2b De persoon beschikt over het vermogen om ICT-toepassingen te gebruiken. | ||
2b.1 Vragenlijsten en ICT-toepassingen, waaronder rekenmodellen toepassen. | De kandidaat voert de gegevens die hij van de klant heeft gekregen op de juiste manier in. De kandidaat gebruikt de juiste ICT-toepassing en controleert zoveel mogelijk het systeemantwoord op bijzondere, opvallende en/of afwijkende uitkomsten. Is alert op fouten en onlogische uitkomsten. | ICT-programma's kunnen gebruiken die ondersteunen bij de verwerking van gegevens om te komen tot een passend advies. Het kunnen herkennen van foute, onjuiste uitkomsten, zodat niet per definitie het systeemantwoord in alle gevallen leidend is. Zelf nadenken blijft ook ingeval van een ICT-toepassing een verantwoordelijkheid van de kandidaat. |
Professioneel gedrag
Nummer toetsterm | Kennisniveau | |
---|---|---|
Eindterm 4a De persoon baseert zijn werkzaamheden op kennis op het gebied van integer gedrag in de financiële sector. | ||
4a.1 | De kandidaat kan de gevolgen uitleggen als de consument geen vertrouwen (meer) heeft in de financiële sector (stabiliteit economie komt in gevaar, noodzakelijke risico- en spaarproducten worden niet meer afgesloten, macro-economische gevolgen als onvoldoende spaargeld beschikbaar komt, werkgelegenheid, ook in financiële sector onder druk, vergroting zwartgeldcircuit, bankrun en betalingsverkeer dreigt te blokkeren). | B |
4a.2 | De kandidaat kan de middelen uitleggen die kunnen worden ingezet om een integere cultuur en integer handelen in een onderneming te bereiken, zoals goede procesbeschrijvingen, gedragscodes, agendapunt in vergaderingen/collegiaal overleg, incidentenregeling, klokkenluidersregeling, vertrouwenspersoon, voorbeeldgedrag. | B |
4a.3 | De kandidaat kan de gedragskenmerken voor het integer functioneren van een financieel adviseur uitleggen en daarvan voorbeelden geven. | B |
Vaardigheid (V) De kandidaat kan | Norm/Resultaat/Prestatie-indicator | Toelichting op vaktechnische of communicatieve aspecten van de vaardigheid of omstandigheden rond de vaardigheid |
---|---|---|
Eindterm 4b De persoon beschikt over het vermogen om de volgende dilemma's op het gebied van integer handelen in de uitoefening van zijn beroep te analyseren en bespreekbaar te maken, alsmede de keuzes af te wegen en te verantwoorden:
| ||
4b.1 Fraudesignalen onderkennen en daarop handelen. | Beoordeelt documenten op echtheid. De kandidaat kan de acties omschrijven die vereist zijn bij het constateren van fraude. Geeft op adequate wijze opvolging aan een fraudesignaal. | Bijvoorbeeld het dilemma van een financiële dienstverlener die bemiddelt en bemerkt dat de aanvraag niet strookt met de waarheid. |
4b.2 Integer omgaan met de klantgegevens. | De kandidaat gaat integer met de klantgegevens om. Respecteert privacy- en patiëntenrechten (o.m. WGBO, Wmk). | |
4b.3 Doorverwijzen naar de juiste persoon. | De kandidaat onderkent tijdig tekortkomingen bij zichzelf op het gebied van deskundigheid. De kandidaat kent de grenzen van zijn kennen en kunnen, en verwijst door als bepaalde vraagstukken beter beantwoord kunnen worden door collega's of derden. | |
4b.4 Eventuele dilemma's op het gebied van integer handelen signaleren. | Benoemt welke belangen van welke partijen betrokken zijn bij die dilemma's. Benoemt hoe wordt omgegaan met een gerezen dilemma. | Bijvoorbeeld: Inlooprisico bij WGA eigen risicodragen. De premielasten bij aanvang kunnen hoger zijn van via de verzekering bij UWV, op termijn lager. |
4b.5 Verschillende belangen in kaart brengen | De kandidaat brengt de belangen van de klant en de financiële instellingen bij de te maken keuzes duidelijk in kaart. De kandidaat kan het belang en de positie van bijvoorbeeld klant en aanbieder onderscheiden en analyseert de mogelijke dilemma's die kunnen ontstaan. De kandidaat kan ook met de verschillende actoren over de dilemma's mondeling en schriftelijk communiceren. De kandidaat houdt rekening met de belangen van de klant. | Bij het ontwerp van het inkomensadvies. |
Taak 1. Inventariseren van de gegevens van de klant
Nummer toetsterm | Omschrijving toetsterm | Kennisniveau |
---|---|---|
Eindterm 1b De persoon baseert zijn inventarisatie met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen:
op grondige en actuele kennis van de relevante wet- en regelgeving en de van toepassing zijnde richtlijnen. | ||
1b.1 | De kandidaat kan de financiële verantwoordelijkheid van werkgevers bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid (loondoorbetaling bij ziekte, ZW, WIA en WW) beschrijven. | K |
1b.2 | De kandidaat kan uitleggen wat het belang is van de gegevens die worden opgevraagd voor de beoordeling van het ter verzekering aangeboden risico en de bepaling van de hoogte van het benodigde verzekerde bedrag van een inkomensverzekering. | B |
1b.3 | De kandidaat kan de gevolgen van toekomstplannen (groei, krimp, fusie, overnames, leeftijdsopbouw van de onderneming) voor de premielasten aangeven. | B |
1b.4 | De kandidaat kan de invloed van een CAO op de hoogte van de loondoorbetalingsverplichting aangeven. | K |
1b.5 | De kandidaat kan de gevolgen van de Ziektewet (vangnet) en WAZO (zwangerschaps- en bevallingsverlof) voor de loondoorbetalingsverplichtingen van de werkgever aangeven. | B |
1b.6 | De kandidaat kan de voornaamste subsidieregelingen voor arbeidsongeschikte, werkloze of op de arbeidsmarkt kwetsbare werknemers noemen en opsommen in welke situaties deze subsidieregelingen van toepassing zijn. | K |
1b.7 | De kandidaat kan de gevolgen van de Pensioenwet voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (o.a. de UPO-verplichting, gevolgen van niet-betaling van de premie) noemen. | K |
Eindterm 1c De persoon baseert zijn inventarisatie met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de klant op juridische en fiscale kennis met betrekking tot rechtspersonen en ondernemingsstructuren. | ||
1c.1 | De kandidaat kan de juridische structuur, bevoegdheden, organen en kenmerken van een eenmanszaak, vennootschap onder firma, maatschap, commanditaire vennootschap, stichting, vereniging, besloten vennootschap en naamloze vennootschap omschrijven. | K |
1c.2 | De kandidaat kan de betekenis van een overgang van onderneming beschrijven, alsmede de uitzonderingsregel daarbij, en kan benoemen welke rechten en plichten er bij een overgang van de onderneming overgaan. | K |
1c.3 | De kandidaat kan de basisbeginselen van de werking van het belastingregime (BTW, vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, loonbelasting) rond natuurlijke en rechtspersonen omschrijven. | K |
Vaardigheid (V) De kandidaat kan: | Norm/resultaat/prestatie-indicator | Toelichting op vaktechnische of communicatieve aspecten van de vaardigheid of omstandigheid rond de vaardigheid |
---|---|---|
Eindterm 2c De persoon beschikt over het vermogen om relevante en benodigde preventiemaatregelen te inventariseren en te verduidelijken. | ||
2c.1 Voor de specifieke situatie van de klant het belang motiveren van de meest zinvolle maatregelen ter voorkoming van arbeidsongeschiktheid of werkloosheid en ter beperking van eventuele gevolgen. | Licht klant nut van preventieve en schadebeperkende maatregelen toe. | Klant begrijpt waarom dit soort maatregelen van belang zijn. |
Competentie (C) De kandidaat kan: | Context | Kritische kenmerken van de situatie | Waardering door de kandidaat |
---|---|---|---|
Eindterm 3a De persoon demonstreert en/of bewijst dat hij voor de drie doelgroepen:
het klantprofiel met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen kan inventariseren en het klantprofiel correct kan opstellen. | |||
3a.1 Het klantprofiel inventariseren. | Klantgesprek. Bevindt zich in een gesprekssituatie met de klant bij diverse ondernemingen in diverse sectoren met diverse partijen. | Informeert naar doelstellingen, kennis en ervaring van de klant met betrekking tot het financiële risico van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Brengt behoefte in kaart zonder toe te werken naar een vooraf gekozen oplossing. Gebruikt de juiste bronnen, zoals IB-aangiftes, enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen, V&W-rekening, begroting, balans, eigen vermogen en privévermogen. Selecteert de juiste cijfermatige informatie, brengt zonodig ordening aan in de gegevens. Handelt juist in geval van onvolledige of onjuiste informatie, zoals geen verzuimoverzicht, WGA-beschikking, of accountantsverklaring inkomen, als geen gegevens bekend zijn van de van toepassing zijnde CAO of pensioenregeling waarin staat welke verplichtingen de werkgever richting de werknemer heeft. Of als informatie lastig te verkrijgen is. Schakelt in complexere gevallen een expert in. Stuurt niet te vroeg naar standaardoplossing, vraagt zo nodig door. | Reflecteert op manier waarop informatie wordt verkregen. Heb ik begrip gekregen van de klant? Kan en mag ik dit doen, moet ik iemand anders inschakelen? Begrijpt de klant mij goed, moet ik nog onderwerpen toelichten? Begrijpt de klant wat het gevolg is van incorrecte of onvolledige gegevens voor de inventarisatie? (Kan ik uitleggen binnen welke context de verzekering moet worden geplaatst en wat de invloed van de context op de verzekering is?) Bij knelpunten: wat is mijn eigen rol en het belang van partijen? Hoe heb ik mij ervan overtuigd dat de klant de juiste risicoperceptie heeft van zijn situatie? |
3a.2 Het klantprofiel opstellen. | Het klantprofiel is volledig (doelstelling, financiële positie, risicobereidheid, kennis) voorzover relevant voor het opstellen van een passend inkomensadvies. De kandidaat stelt het klantprofiel vast, waarmee toegewerkt kan worden naar een advies. Klant kan zich herkennen in het profiel. | Kan de uitkomsten van de inventarisatie verantwoorden. |
Taak 2. Analyseren van de gegevens van de klant ten behoeve van het advies
Nummer toetsterm | Omschrijving toetsterm | Kennisniveau |
---|---|---|
Eindterm 1d De persoon baseert zijn analyse met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen:
op grondige en actuele kennis van de risico's in de diverse levensstadia van de persoon of de onderneming en de van toepassing zijnde richtlijnen en instrumenten om deze risico's te beheersen. | ||
1d.1 | De kandidaat kan uitleggen hoe de verantwoordelijkheid van werkgevers bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid (loondoorbetaling bij ziekte, ZW, WIA en WW) beter beheersbaar wordt. | B |
1d.2 | De kandidaat kan in verschillende klantsituaties de financiële schade als gevolg van ziekte, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid aangeven. | B |
1d.3 | De kandidaat kan aan de hand van een gegeven overzicht met mogelijke maatregelen voor een inkomensrisico concluderen welke maatregelen het meest zinvol zijn ter voorkoming van arbeidsongeschiktheid en/of ongevallen en ter beperking van eventuele gevolgen. | B |
1d.4 | De kandidaat heeft inzicht in de financiële risico's op het gebied van aansprakelijkheid voor of schadevergoedingsplicht die een werkgever heeft voor eigen werknemers of ingehuurd personeel. | B |
1d.5 | De kandidaat kan de korte- en langetermijngevolgen van een toekenning van < 35% arbeidsongeschiktheid voor de werkgever en werknemer uitleggen. | B |
1d.6 | De kandidaat kan aan de klant uitleggen wat deelname aan een schenkkring, zoals het Broodfonds, inhoudt en in welke gevallen deze passend is voor de specifieke situatie van de klant. | B |
Eindterm 1e De persoon baseert zijn analyse met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen op kennis van een aantal bedrijfseconomische rapportages (balans, resultatenrekening). | ||
1e.1 | De kandidaat kan ten behoeve van de analyse van klantgegevens de door de verzekeraar gehanteerde inkomensdefinitie(s) voor de inkomensverzekering verklaren en de diverse informatiebronnen (zoals loonbegrip, jaarrekening, begrotingen, V&W-rekening, balans, eigen vermogen) onderscheiden. | B |
Competentie (C) De kandidaat kan: | Context | Kritische kenmerken van de situatie | Waardering door de kandidaat |
---|---|---|---|
Eindterm 3b De persoon demonstreert en/of bewijst dat hij voor de drie doelgroepen:
het analysetraject met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen correct uit kan voeren. | |||
3b.1 De benodigde gegevens analyseren, rekening houdend met de behoeften en doelstellingen van de klant. | Bij diverse ondernemingen in diverse sectoren met diverse partijen. | Analyseert doelstellingen, kennis en ervaring van de klant met betrekking tot het financiële risico van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Het advies kan op basis van consistente, goed onderbouwde en verifieerbare informatie uit betrouwbare bronnen opgesteld worden. Gebruikt de juiste bronnen, zoals IB-aangiftes, enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen, V&W-rekening, begroting, balans, eigen vermogen en privévermogen. Selecteert de juiste cijfermatige informatie, brengt zonodig ordening aan in de gegevens. Handelt juist in geval van onvolledige of onjuiste informatie, zoals geen verzuimoverzicht, WGA-beschikking, of accountantsverklaring inkomen, als geen gegevens bekend zijn van de van toepassing zijnde CAO of pensioenregeling waarin staat welke verplichtingen de werkgever richting de werknemer heeft. Of als informatie lastig te verkrijgen is. Schakelt in complexere gevallen een expert in. Stuurt niet te vroeg naar standaardoplossing, vraagt zo nodig door. | Reflecteert op manier waarop informatie wordt verkregen. Heb ik begrip gekregen van de klant? Kan en mag ik dit doen, moet ik iemand anders inschakelen? Begrijpt de klant mij goed, moet ik nog onderwerpen toelichten? Kan ik uitleggen binnen welke context de verzekering moet worden geplaatst en wat de invloed van de context op de verzekering is? Bij knelpunten: wat is mijn eigen rol en het belang van partijen? Hoe heb ik mij ervan overtuigd dat de klant de juiste risicoperceptie heeft van zijn situatie? |
3b.2 De gegevens interpreteren en verwerken. | Is alert op tegenstrijdigheden. De inventarisatie levert een goed beeld op. Vraagt door als gegevens incompleet zijn, of geeft aan dat inventarisatie niet compleet is. | Trek ik de juiste conclusie uit de informatie? Levert de informatie een consistent beeld van het risico op? | |
3b.3 Risicoanalyse opstellen. | Zoals wisselend personeelsbestand, variabel inkomen, groei of krimp, werknemer wisselt van werkgever of krijgt nieuwe hypotheek. Kan de particulier geregelde inkomensverzekering worden aangepast? | De risicoanalyse is correct en doet recht aan de situatie van de klant. De klant herkent zich in de analyse. De kandidaat raakt niet van slag als er te veel veranderingen en onzekerheden zijn. De kandidaat maakt bespreekbaar of de gesloten inkomensverzekeringen en/of bedrijfsmatig gesloten aansprakelijkheidsverzekering voldoen aan het adequaat afdekken van deze financiële risico's. | Hoe ben ik ervan overtuigd dat de klant de analyse begrijpt en herkent? |
3b.4 De belangen van de verschillende actoren in kaart brengen. | Bij actoren valt te denken aan: aanbieders, adviseurs, bemiddelaars, diverse types werkgevers, diverse type werknemers. | Kan uitleggen welke belangen de verschillende actoren hebben, kan tegengestelde belangen benoemen en aangeven hoe beide belangen het best gediend zijn. Analyseert de mogelijke dilemma's die kunnen ontstaan, omdat er sprake kan zijn van tegengestelde belangen van de actoren. Weegt de belangen van de verschillende actoren af bij de te maken keuzes tijdens de totstandkoming van het advies. Kan gemaakte keuzes verantwoorden. Communiceert deze dilemma's zowel mondeling als schriftelijk met de verschillende actoren. | Heb ik de belangen van mijn klant centraal gesteld zonder de belangen van andere actoren uit het oog te verliezen? |
3b.5 Belanghebbenden informeren. | Verzekeringnemer en verzekerde. | Informeert de verschillende belanghebbenden bij de inkomensverzekering inhoudelijk juist en op een correcte wijze. Neemt zo nodig weerstanden weg die bestaan op grond van vooroordelen, onderschatting en onbekendheid van de materie. Hanteert emoties empatisch en strategisch. |
Taak 3. Adviseren (en eventueel bemiddelen) van een passende oplossing, zowel financieel als organisatorisch
Nummer toetsterm | Omschrijving toetsterm | Kennisniveau |
---|---|---|
Eindterm 1f De persoon baseert zijn advies met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen:
op grondige en actuele kennis van het algemene verzekeringsrecht en de van toepassing zijnde richtlijnen, gedragscodes en convenanten. | ||
1f.1 | De kandidaat kan bij een inkomensproduct onderscheid maken tussen inkomensverzekeringen en niet-inkomensverzekeringen. | B |
1f.2 | De kandidaat kan onderscheiden of een verzekering voldoet aan de definitie van een schadeverzekering of van een sommenverzekering. | B |
1f.3 | De kandidaat kan aangeven wat de gevolgen zijn als een inkomensverzekering voldoet aan de definitie van een persoonsverzekering. | B |
1f.4 | De kandidaat kan opsommen in welke gevallen een inkomensverzekering opzegbaar is en welke opzegtermijn er in een bepaald geval in acht genomen dient te worden, en kan aangeven wat de gevolgen zijn van de opzegging. | B |
1f.5 | De kandidaat kan aangeven of er dekking is onder een inkomensverzekering voor een schade door opzet of roekeloosheid. | K |
1f.6 | De kandidaat kan opsommen in welke gevallen er bij een inkomensverzekering niet in strijd gehandeld wordt met het indemniteitsbeginsel. | K |
1f.7 | De kandidaat kan aangeven wat de gevolgen zijn van een onjuiste premie in relatie tot de beroepswerkzaamheden op een AOV van een natuurlijke persoon, indien er sprake is van een arbeidsongeschiktheidsclaim. | B |
1f.8 | De kandidaat kan de begrippen renseignering en loonheffing definiëren. | K |
1f.9 | De kandidaat kan de procedures en vereisten rond de keuze voor eigenrisicodragerschap, zoals uittreeddata en garantstellingen, aangeven. | K |
1f.10 | De kandidaat kan de randvoorwaarden bij vrijwillige voortzettingsmogelijkheden vanuit de UWV opsommen. | K |
1f.11 | De kandidaat kan de meest voorkomende relevante gedragscodes opsommen o.a. Gedragscode Geïnformeerde verlenging van zakelijke verzekeringen, waaronder ook inkomensverzekeringen. | K |
1f.12 | De kandidaat kan de meest voorkomende relevante convenanten en de strekking ervan uitleggen. | B |
Eindterm 1g De persoon baseert zijn advies met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen:
op grondige en actuele kennis van inkomensverzekeringen. | ||
1g.1 | De kandidaat kan voor de meest gebruikelijke verzekeringsvormen aangeven welke arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsrisico's ze (deels) afdekken. | B |
1g.2 | De kandidaat kan de bijzondere situaties die van toepassing kunnen zijn bij de dekking van de inkomensverzekeringen benoemen (bijv. no risk ZW, oproepkracht of AOW-gerechtigde + dga) | K |
1g.3 | De kandidaat kan de kern van de dekking op de inkomensverzekeringen omschrijven. | K |
1g.4 | De kandidaat kan relevante verschillen tussen verzekeringsvoorwaarden uitleggen. | B |
1g.5 | De kandidaat kan uitleggen met welk doel een klimmende, stijgende of geïndexeerde arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidverzekering wordt gesloten en welke gevolgen de klimming, stijging of indexering hebben voor de premie en de uitkering. | B |
1g.6 | De kandidaat kan uitleggen wat arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidverzekeraars in de regel als maximum te verzekeren bedrag hanteren. | B |
1g.7 | De kandidaat kan uitleggen op welke wijze de verzekeraar de medische selectie mag inrichten. | B |
1g.8 | De kandidaat kan de werking en (prijs)effecten van de onderdelen van de AOV benoemen, waaronder eindleeftijden, indexering, beroepsarbeidsongeschiktheid en passende arbeid, traditionele en ongevallen a.o.-dekkingen, combi- en standaard tarief, 80% of minder van het inkomen verzekeren (maximaal verzekerd inkomen) benoemen en het effect van de beroepsklasse-indeling, nevenfunctie/sport en taakverdeling in een percentage aangeven. | B |
1g.9 | De kandidaat kan de werking van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid uitleggen. | B |
1g.10 | De kandidaat kan de werking van een (conventionele) loondoorbetalingsverzekering uitleggen. | B |
1g.11 | De kandidaat kan de werking van stop-loss loondoorbetalingsverzekering uitleggen. | B |
1g.12 | De kandidaat kan uitleggen waarom het inlooprisico van belang is bij de acceptatie van een inkomensverzekering en wat de mogelijke gevolgen zijn in individuele situaties | B |
1g.13 | De kandidaat kan de uitkeringenstructuur en uitkeringsduur van de diverse WIA-aanvullingsverzekeringen uitleggen. | B |
1g.14 | De kandidaat kan de inschatting en bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid verklaren. | B |
1g.15 | De kandidaat kan de werking van ‘benutting geduide resterende verdiencapaciteit’ verklaren. | B |
1g.16 | De kandidaat kan uitleggen wat de verschillen zijn tussen de keuringsmethodiek die het UWV bij de WIA hanteert en de door de private verzekeraars toegepaste methodieken ‘passende arbeid’ en ‘beroepsarbeidsongeschiktheid’. | B |
1g.17 | De kandidaat kan de uitkeringsstructuur en -duur van een WW-aanvullingsverzekering uitleggen. | B |
1g.18 | De kandidaat kan de risico’s van het niet, beperkt of geheel verzekeren van het inlooprisico bij inkomensverzekeringen uitleggen. | B |
1g.19 | De kandidaat kan de effecten en oplossingen rondom het verzekeren van uitloop bij alle inkomensverzekeringen uitleggen. | B |
1g.20 | De kandidaat kan de gevolgen van de kwalificatie ‘complex product’ en ‘impactvol product’ voor de wijze van adviseren aangeven. | B |
1g.21 | De kandidaat kan de alternatieve verzekeringsoplossingen met bijbehorende kenmerken en voorwaarden voor de moeilijk verzekerbare klanten, die niet onder de sociale wetgeving vallen, opsommen, zoals vangnet AOV en vrijwillige voortzetting van ZW en/of WIA. | K |
1g.22 | De kandidaat kan het belang uitleggen van de in het verzekeringsbedrijf meest gebruikelijke inkomensverzekeringen die van toepassing zijn op ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. | B |
1g.23 | De kandidaat kan de meest gebruikelijke aanvullende dienstverlening uitleggen. | K |
1g.24 | De kandidaat kan de verschillen benoemen tussen een arbeidsongeschiktheidsverzekering met een sommendekking en een arbeidsongeschiktheidsverzekering met een schadedekking. | K |
Eindterm 1h De persoon baseert zijn advies met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen:
op grondige en actuele kennis van de processen bij inkomensverzekeringen. | ||
1h.1 | De kandidaat kan de acceptatiebeslissing (inclusief premievoorstel en eventuele beperkende voorwaarden) voor de inkomensverzekeringen uitleggen. | B |
1h.2 | De kandidaat kan aan de klant uitleggen waarom hij door de verzekeraar wordt opgeroepen voor een medische keuring en welke personen hierbij een rol spelen. | B |
1h.3 | De kandidaat kan uitleggen wat het belang is van de gevraagde informatie door de verzekeraar. | B |
1h.4 | De kandidaat kan uitleggen uit welke bestanddelen (inclusief kosten) de door de klant te betalen premie voor een arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidverzekering bestaat. | B |
1h.5 | De kandidaat kan aan de klant uitleggen op welke wijze hij beloond wordt voor zijn dienstverlening. | B |
1h.6 | De kandidaat kan het acceptatieproces volledig en correct beschrijven. | K |
1h.7 | De kandidaat kan uitleggen in welk geval een gezondheidsverklaring nodig is en in welke gevallen er vragen over mogelijke erfelijke aandoeningen bij familieleden mogen worden gesteld. | B |
1h.8 | De kandidaat kan de wettelijke kaders met betrekking tot het uitvragen van medische informatie de verschillende keuringsgrenzen en de daarbij behorende medische acceptatierichtlijnen in hoofdlijnen beschrijven. | K |
1h.9 | De kandidaat kan de regeling en het effect van afstandsverklaringen afgegeven door werknemers uitleggen. | B |
1h.10 | De kandidaat kan de spijtoptantenregeling voor collectieve werknemersverzekeringen omschrijven. | K |
Eindterm 1i De persoon baseert zijn advies met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen:
op grondige en actuele kennis van relevante wetgeving en jurisprudentie inzake inkomensverzekeringen. | ||
1i.1 | De kandidaat kan aan de klant de structuur van de organisatie van de sociale zekerheid uitleggen en aangeven hoe het publieke en het private domein zich tot elkaar verhouden. | B |
1i.2 | De kandidaat kan doel, doelgroep en maximale uitkering van de voor de klant relevante sociale verzekeringswetten omschrijven. | K |
1i.3 | De kandidaat kan uitleggen in welke gevallen en bij welke verzekeringsvormen inhouding van een premiebijdrage van de werknemers is toegestaan. | B |
1i.4 | De kandidaat kan uitleggen wanneer een startende zelfstandige in aanmerking komt voor vrijwillige verzekering op grond van de sociale inkomensdervingswetten, inclusief de vangnet AOV. | B |
1i.5 | De kandidaat kan aan de klant uitleggen wat de fiscale gevolgen zijn van het betalen van de premie en/of ontvangen van een of meer uitkeringen op een inkomensverzekering. | B |
1i.6 | De kandidaat kan de wettelijke regeling zwangerschap ZEZ omschrijven. | K |
1i.7 | De kandidaat kan de inkomensvoorzieningen binnen de sociale wetgeving voor zelfstandigen (UWV, voortzetting ZW en WIA) opsommen. | K |
1i.8 | De kandidaat kan de wettelijke regelingen rond de loondoorbetaling bij verzuim als gevolg van ziekte beschrijven. | K |
1i.9 | De kandidaat kan de gevolgen van de Wet Verbetering Poortwachter aangeven. | B |
1i.10 | De kandidaat kan de fiscale situatie rond WIA-aanvullingen uitleggen. | B |
1i.11 | De kandidaat kan de IVA-regeling binnen de Wet WIA uitleggen. | B |
1i.12 | De kandidaat kan de WGA-regeling binnen de Wet WIA uitleggen. | B |
1i.13 | De kandidaat kan de regelgeving rond de keuze voor eigenrisicodragerschap (voor onder meer ZW, WIA en WW) uitleggen. | B |
1i.14 | De kandidaat kan de wettelijke bepalingen inzake de overstap van UWV naar eigenrisicodragerschap en vice versa benoemen. | K |
Vaardigheid (V) De kandidaat kan | Norm/resultaat/prestatie-indicator | Toelichting op vaktechnische of communicatieve aspecten van de vaardigheid of omstandigheid rond de vaardigheid |
---|---|---|
Eindterm 2d De persoon beschikt over het vermogen om advisering te plannen, te sturen en tot een succes te brengen, waaronder:
| ||
2d.1 De verzamelde financiële en organisatorische informatie analyseren en vertalen naar een advies. | De kandidaat is verantwoord kritisch. Brengt een goed inkomensadvies uit. Na de analyse ontstaat een goed beeld van de financiële en organisatorische positie van klant. | Vraagt door in onbekende situaties, bijvoorbeeld verhouding tussen onderdelen onderneming, ontwikkeling van verzuim, samenwerking met bijv. arbodienst of re-integratiebedrijf, afspraken tussen aandeelhouders. Gesprekspartners kunnen zijn: accountant, directie, controller, vertegenwoordigend overleg organisatie en belangenbehartigers. |
2d.2 Voor de specifieke situatie van de klant uitleggen wanneer de dekking geheel of gedeeltelijk ontbreekt op een inkomensverzekering en de mogelijke gevolgen voor de uitkering aangeven. | De kandidaat geeft inzicht in de risico’s die niet of gedeeltelijk gedekt zijn en geeft de mogelijke consequenties hiervan voor de klant aan. | Bijvoorbeeld AOV met beperkte uitkeringsduur of beperkte dekking, WEG-hiaat versus WGA-hiaat of basisvariant versus WGA hiaatverzekering. Moet klant kunnen uitleggen waarom in zijn specifieke situatie mogelijk niet met een standaardoplossing kan worden volstaan. |
2d.3 Beoordelen welke risico's van de klant leiden tot de noodzaak tot het sluiten van een bepaalde inkomensverzekering of een alternatief. | De kandidaat legt aan klant de noodzaak van de verzekering uit. | De kandidaat kan aangeven op welke wijze de verzekering past in het risicomanagement van het bedrijf en/of de persoon. Kandidaat kan onderbouwen waarom voor een specifiek risico al dan niet een verzekering noodzakelijk is. |
2d.4 Voor de specifieke situatie van de klant voorbeelden schetsen van risico's die samenhangen met arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. | De kandidaat licht klant de risico's toe en kan die ook in zijn specifieke situatie plaatsen. | De kandidaat kan het risico op een begrijpelijke manier toelichten, zodat de klant een goed beeld heeft van de concrete risico's die hij loopt. |
2d.5 Kan de hoogte van de premies, uitkeringsrechten en fiscaliteiten (laten) berekenen. | De kandidaat gebruikt alle benodigde gegevens. Gebruikt de juiste berekeningsprogramma's op de juiste wijze. Rekent met een promillage/percentage, een vast bedrag in euro's, of via inschaling in een tabel(lenstelsel). De kandidaat legt uit hoe de prijs voor de verzekering wordt berekend en welke factoren op de hoogte van de premie van invloed zijn. | |
2d.6 Een medisch acceptatieprocedure begeleiden. | De kandidaat ondersteunt de klant tijdens het hele traject, van het invullen van het aanvraagformulier en de gezondheidsverklaring tot eventueel bij de klachtenprocedure. Informeert de klant duidelijk en correct. Werkt volgens protocol en wet- en regelgeving. | Ingeval van uitsluiting of als acceptatie onder beperkende voorwaarden dreigt of extra toeslagen na medische acceptatie. |
2d.7 Voor de natuurlijke persoon met behulp van alle benodigde gegevens de premie van een arbeidsongeschiktheidsverzekering berekenen. | De kandidaat gebruikt alle benodigde gegevens. De kandidaat kan uitleggen hoe de premiehoogte wordt bepaald en welke factoren op de hoogte van de premie van invloed zijn. | |
2d.8 Beoordelen of de gegevens op het aanvraagformulier van inkomensverzekering juist zijn ingevuld. | De kandidaat wijst op de gevolgen van een onjuist ingevuld aanvraagformulier. | De kandidaat kan aangeven welke mogelijkheden een verzekeraar heeft als onjuiste informatie is verstrekt en kan klant uitleggen wat de gevolgen zijn van bijv. verzwijging. |
2d.9 Beoordelen of alle voor de aanvraag vereiste gegevens, inclusief overige vereiste bescheiden, aanwezig zijn om te worden verzonden aan de verzekeraar. | De kandidaat legt de klant uit waarom de vereiste gegevens en bescheiden nodig zijn voor het totstandkomen van een verzekering. | De kandidaat kan uitleggen wat het belang van de gevraagde bescheiden voor de verzekeraar is. |
2d.10 Beoordelen of de acceptatiebeslissing (inclusief premievoorstel en eventuele beperkende voorwaarden) voor een bepaalde inkomensverzekering aansluit op zijn (eerdere) inschatting van het ter verzekering aangeboden risico. | De kandidaat legt de klant uit hoe verzekeraar tot zijn beslissing is gekomen. | De kandidaat kan beoordelen en uitleggen of verzekeraar een acceptatiebeslissing heeft genomen die aansluit op het risico en kan toelichten waarom een beslissing anders is dan verwacht. |
2d.11 Beoordelen of de gegevens in de polis en eventuele overige bescheiden van een inkomensverzekering juist zijn. | De kandidaat controleert of de polis en andere bescheiden juist zijn en informeert de klant tijdig. | De kandidaat kan klant bevestigen dat de documenten correct zijn. |
2d.12 Het adviestraject op de juiste wijze vastleggen in het klantdossier. | Dossier bevat de juiste gegevens en deze zijn op een gemakkelijke manier terug te vinden. Te beoordelen is of de advisering op een juiste manier heeft plaatsgevonden. | In verband met de zorgplicht is een goede vastlegging en archivering van belang. Ook in het kader van het toezicht is het van belang dat het dossier compleet en goed reconstrueerbaar is. |
Eindterm 2e De persoon beschikt over het vermogen om met betrekking tot het advies:
| ||
2e.1 Advies-verantwoordelijkheid nemen. | De kandidaat formuleert zijn advies en motiveert dit. De kandidaat bespreekt het advies en de motivering met de klant, waarbij hij de klant duidelijk maakt hoe het advies aansluit bij zijn profiel en/of diens situatie rond de werknemers. | Advies geven is niet uitsluitend de wens van de klant volgen, maar daadwerkelijk advies geven op basis van eigen inzicht en kunnen. Indien het advies niet wordt opgevolgd, zal de klant moeten worden gewaarschuwd voor de consequenties van het niet (geheel of gedeeltelijk) opvolgen van zijn advies. |
2e.2 Handelen op gewijzigde omstandigheden tijdens het adviestraject. | De kandidaat kan de gevolgen van wezenlijke wijzigingen tijdens het advies- en aanvraagtraject voor klant en aanbieder inschatten op consequenties en hiernaar op een juiste manier handelen. | Bijvoorbeeld: als klant tijdens het traject ziek wordt of de werknemers van de werkgever ziek worden (inlooprisico). |
Competentie (C) De kandidaat kan: | Context | Kritische kenmerken van de situatie | Waardering door de kandidaat |
---|---|---|---|
Eindterm 3c De persoon demonstreert en/of bewijst dat hij voor de drie doelgroepen:
het adviestraject met betrekking tot collectieve inkomensverzekeringen zelfstandig, passend en correct uit kan voeren. In dit adviestraject kunnen zich in ieder geval de volgende zaken voordoen met betrekking tot natuurlijke en/of rechtspersonen:
| |||
3c.1 Het advies-traject plannen. | Creëert een realistisch beeld van het tijdsbeslag van het opstellen van het advies; de klant krijgt een realistisch beeld van het eindresultaat. Onderkent mogelijke belangenverstrengeling (adviseur versus accountant). Vormt zich een beeld van de markt van de opdrachtgever, vormt zich een beeld van de sector waarin de opdrachtgever zijn onderneming heeft. Bestudeert de relevante CAO. Overgang naar nieuwe inkomensverzekering: klant heeft belang bij goede aansluiting van dekking en eventuele nieuwe medische acceptatie. En bij sommige verzekeringsvormen een akkoord van werknemers: werknemers hebben belang bij objectieve voorlichting over gevolgen nieuwe regeling, adviseur heeft belang bij het tevreden houden van werkgever. | ||
3c.2 Advies opstellen. | Veel verschillende situaties zijn mogelijk afhankelijk van o.m. onbekendheid/onwetendheid bij de klant. | De kandidaat brengt de financiële oplossingen overzichtelijk in kaart. Beoordeelt op juiste wijze of de verschillende financiële risico's die in samenhang of juist los van elkaar moeten worden gezien (verzuim, eigen-risicodragen en WIA-aanvullingen). De kandidaat houdt rekening met alle relevante factoren, schat de risico's juist in. Houdt rekening met relevantie bestaande producten/uitkeringen, zoals SV-uitkering (bijv. WAO). Draagt er zorg voor dat de klant optimaal gebruik maakt van wettelijke mogelijkheden van subsidies, dekkingen voor specifieke groepen e.d. De kandidaat schat goed in welke van de genoemde verzekeringsvoorwaarden het beste aansluiten op de specifieke verzekeringsbehoefte en -wensen van de klant. Houdt rekening met mogelijke ontwikkelingen in de toekomst. Kandidaat kan motiveren dat de arbeidsongeschiktheidsrisico's van de klant, uitgaande van diens verzekeringsbehoefte en -wensen, door de advisering van een of meer van de genoemde inkomensverzekeringen adequaat worden afgedekt. Kandidaat geeft aan waar en waarom eventueel nog risico's voor de klant blijven bestaan. Houdt rekening met alle relevante wet- en regelgeving. Het advies is passend en doet recht doen aan de situatie van de klant. De aanbevolen inkomensverzekeringen of producten sluiten op elkaar aan. Kandidaat wijst op lastenontwikkeling, betaalbaarheid en gevolgen. Verwerkt de financiële gevolgen in het advies. Het advies is begrijpelijk en herkenbaar voor de klant. | Stuur ik niet meteen aan op een standaardoplossing? Kan ik de klant de samenhang tussen de verzekeringen goed uitleggen? Is niet verzekeren een goed alternatief? Durf ik mogelijke negatieve gevolgen te benoemen van de gekozen inkomensoplossing? |
3c.3 Bemiddelen in verzekeringsoplossingen. | De kandidaat vertaalt het advies in concrete verzekeringsoplossing in onderhandeling met verzekeraars. | ||
3c.4 Het gegeven advies presenteren aan de werkgever. | Presentatie aan werkgevers, werknemers en ondernemingsraad. Heeft het passende aanbod geselecteerd. Schriftelijk en/of mondeling. | Maakt voor de klant de omschrijving van het financiële risico bij arbeidsongeschiktheid en de mogelijkheden voor het verzekeren van het inkomensverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid inzichtelijk. Adviseert over van toepassing zijnde regelingen (al dan niet via UWV of private verzekeraar); de mogelijke inkomenstekorten bij ziekte, arbeidsongeschiktheid. Taalniveau, vertelt complexe materie begrijpelijk, didactische aspecten van de presentatie. Benoemt risico's op basis van de uitgevoerde risicoanalyse. Benoemt financiële, fiscale en juridische implicaties van de regeling. Maakt duidelijk dat het een passend advies is. Kan omgaan met de verschillen tussen niet verzekeren, deels verzekeren en de begrippen sommen- en schadeverzekering. Aspecten van professioneel gedrag. | Evalueert presentatie op effect knelpunten en acceptatie. |
3c.5 Het gegeven advies presenteren aan de werknemer. | Legt de klant de mogelijkheden voor het verzekeren van inkomensverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid duidelijk uit. Informeert over wettelijke regelingen (al dan niet) via de werkgever, de mogelijke inkomenstekorten bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Analyseert de voor de werknemer van toepassing zijnde collectieve regelingen vanuit werkgever, pensioen of cao. | Kan ik na afloop van het gesprek goed aangeven welke doelen de werknemer heeft ten aanzien van een aanvullende inkomensverzekering? Is in staat om binnen de wetgeving deze doelen te vertalen naar passende inkomensproducten. | |
3c.6 Inzake de inkomensverzekering bij fusieprocessen, overnames en overgang onderneming adviseren. | Kandidaat verwerkt de verschillende regelingen rond inkomensverzekeringen, in- en uitlooprisico op de juiste wijze. Gaat goed om met complexiteit. Is zich goed bewust van de belangentegenstellingen. Contractverlenging: productaanbieder en adviseur hebben belang bij voortzetting (afhankelijk van beloningsstructuur). | Onderken ik tijdig tekortkomingen bij mijzelf op het gebied van deskundigheid en verwijs ik in dat geval door naar de juiste persoon of het juiste loket? | |
3c.7 Het gegeven advies implementeren. | Ondersteunt de klant op de juiste manier bij het implementeren van de gekozen oplossing. Geeft voorlichting aan belanghebbende(n), lost administratieve knelpunten op. Ondersteunt klant bij het efficiënt inrichten van de organisatie en bij het opzetten van samenwerking met andere partijen, zoals Arbodienst, bedrijfsarts etc. |
Taak 4. Beheren en actueel houden van het advies
Nummer toetsterm | Omschrijving toetsterm | Kennisniveau |
---|---|---|
Eindterm 1j De persoon baseert zijn werkzaamheden met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen:
in het kader van het beheer en actueel houden van advies op grondige en actuele kennis van inkomensverzekeringen. | ||
1j.1 | De kandidaat kan aangeven wat de gevolgen zijn van het niet-tijdig betalen van de eerste premie en de vervolgpremie van een inkomensverzekering, nadat de verzekeringnemer een aanmaning heeft ontvangen. | B |
1j.2 | De kandidaat kan aangeven wat de gevolgen kunnen zijn voor de hoogte van de uitkering op een inkomensverzekering als er nog openstaande premies zijn. | B |
1j.3 | De kandidaat kan voor een bestaande inkomensverzekering de gevolgen voor de dekking of verzekering uitleggen van een wijziging in de situatie van de klant. | B |
1j.4 | De kandidaat kan voor een bestaande collectieve inkomensverzekering omschrijven welke gevolgen een verhoogde schadelast kan hebben op de premie en/of voorwaarden van de verzekering. | K |
Vaardigheid (V) De kandidaat kan: | Norm/Resultaat/Prestatie-indicator | Toelichting op vaktechnische of communicatieve aspecten van de vaardigheid of omstandigheden rond de vaardigheid |
---|---|---|
Eindterm 2f De persoon beschikt over het vermogen om verzekeringsovereenkomsten te beheren en muteren door:
| ||
2f.1 Gedurende de looptijd van de verzekering controleren of de gegevens in de polis en eventuele overige bescheiden van een inkomensverzekering juist zijn. | Klant heeft de juiste dekking, betaalt de juiste premie en krijgt bij schade een uitkering gebaseerd op de juiste gegevens. | Controleren van de juiste verwerking van de gevolgen van verandering van inkomen gedurende de looptijd, verandering van activiteiten of verandering van dekking. Bijvoorbeeld: door verandering van personeelsbestand kan niet meer worden voldaan aan deelnamegraad, vereiste aantal deelnemers is te laag geworden. |
2f.2 Het belang herkennen en schetsen van een voorgestelde wijziging van de verzekering. | De verzekering van klant wordt op de juiste manier aangepast zodat deze aansluit op de nieuwe situatie. | Schetsen gevolgen van verandering van inkomen gedurende de looptijd, verandering van activiteiten of verandering van dekking. Schetsen van de gevolgen van verandering van personeelsbestand, verandering van activiteiten of verandering van dekking. Schetsen gevolgen van faillissement en surseance/schuldsanering. |
2f.3 Beoordelen of en wanneer het oversluiten of beëindigen van een arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidverzekering zinvol is. | Gebaseerd op de specifieke situatie van de klant. De kandidaat motiveert de keuze. Klant heeft de juiste verzekering tegen de juiste premie. | Schetsen gevolgen van uitloop. Schetsen gevolgen van en-blocwijziging met beperking tot de dekking. Schetsen effecten van het doorvoeren van wijziging vanwege aangepaste wet- en regelgeving. Schetsen effecten van gevolgen van uitdiensttredingen. |
2f.4 De restitutie respectievelijk suppletie als gevolg van een wijziging berekenen. | De kandidaat berekent op basis van de oorspronkelijke premie en de gewijzigde premie volgens de door de maatschappij gebruikte methode om premie te bepalen. De berekening is correct. | Uitleg experience rating. Schetsen gevolgen bij beëindiging verzekering rekening houden met uitloop en inloop. Klant moet weten dat de betaalde premie juist is en niet te veel is betaald. |
2f.5 Het beheertraject op de juiste wijze vastleggen in het klantdossier. | Dossier bevat de juiste gegevens en deze zijn op een gemakkelijke manier terug te vinden. Te beoordelen is of het beheer op een juiste manier heeft plaatsgevonden. | In verband met de zorgplicht is een goede vastlegging en archivering van belang. Ook in het kader van het toezicht is het van belang dat het dossier compleet en goed reconstrueerbaar is. De privacywetgeving moet daarbij betrokken worden. |
Competentie (C) De kandidaat kan: | Context | Kritische kenmerken van de situatie | Waardering door de kandidaat |
---|---|---|---|
Eindterm 3d De persoon demonstreert en/of bewijst dat hij voor de drie doelgroepen:
het beheertraject met betrekking tot het (collectieve) inkomensadvies zelfstandig, passend en correct uit kan voeren. In dit beheertraject kunnen zich in ieder geval de volgende zaken voordoen met betrekking tot natuurlijke en/of rechtspersonen:
| |||
3d.1 Verzekering beheren. | Gedurende de looptijd van de verzekering. | Kandidaat gebruikt de juiste uitgangspunten, zodat klant altijd de juiste dekking heeft en dus bij schade de juiste uitkering ontvangt. | Reflectie op juistheid van dekking in specifieke situatie van klant. Juiste inschatting van het belang van de verzekering voor klant. |
3d.2 Verzekering actueel houden. | Veranderingen in situatie van klant kunnen tot een andere situatie leiden die andere eisen aan verzekering stelt. Onbekendheid/onwetendheid bij klant. Aanpassing wetgeving met directe gevolgen voor verzekering. Aanpassing als gevolg van een wijziging in de situatie van de klant. | De kandidaat gebruikt de juiste uitgangspunten en kan beoordelen of de gewijzigde gegevens in de polis en eventuele overige bescheiden van de verzekering juist zijn. De klant heeft altijd de juiste dekking, betaalt de juiste premie en ontvangt bij schade een uitkering gebaseerd op de juiste gegevens. | Zijn de wijzigingen belangrijk genoeg om een aanpassing van de verzekering te rechtvaardigen? Zou de klant zonder doorgeven wijziging niet goed verzekerd meer zijn? Reflectie over de juiste manier van actueel houden van de verzekering. Weegt de inspanning op tegen het belang van de wijziging? |
3d.3 Gegevens uitwisselen met verzekeraar en andere relevante partijen. | Het actueel houden van gegevens kan op veel manieren: op papier, via internet of direct in administratie verzekeraar. Iedere vorm vergt andere inspanningen van klant en adviseur. | De kandidaat beoordeelt op juiste wijze inspanning versus belang doorvoeren wijziging. De kandidaat wisselt de gegevens op een correcte wijze uit. De kandidaat controleert de polisdocumenten en overige informatie op (on)juistheid. De kandidaat stelt de informatie ter beschikking aan de klant. Per datum verandering of per periode (maand, jaar). | |
3d.4 Over voort-zetting of beëindiging van de verzekering adviseren. | De voorwaarden of premie van de verzekering kunnen wijzigen en de wetgeving kan worden aangepast, zodat een hernieuwd advies mogelijk gewenst is. | Klant krijgt tijdig en duidelijk te horen wat het gevolg van een wijziging voor zijn verzekering is. De klant begrijpt het belang van een voorgestelde wijziging van de verzekering. | Zijn er betere alternatieven voor de klant? Doet het voorstel recht aan de situatie van de klant? |
Taak 5. Begeleiden bij de schadebehandeling/claim
Nummer toetsterm | Omschrijving toetsterm | Kennisniveau |
---|---|---|
Eindterm 1k De persoon baseert met betrekking tot (collectieve) inkomensverzekeringen voor de drie doelgroepen
zijn begeleiding bij de schadebehandeling/claim op grondige en actuele kennis van inkomensverzekeringen. | ||
1k.1 | De kandidaat kan voor een inkomensverzekering de stappen in de schadebehandelingsprocedure (inclusief de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid of invaliditeit) beschrijven. | K |
1k.2 | De kandidaat kan aan de klant uitleggen welke personen, bedrijven en instanties bij het schadebehandelingsproces (kunnen) zijn betrokken na het ontstaan van arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. | B |
1k.3 | De kandidaat kan de principes omschrijven van een actief schaderegelingsbeleid voor een schade op een arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidverzekering. | K |
1k.4 | De kandidaat kan aan de klant uitleggen wat onder samenloop wordt verstaan en de gevolgen daarvan aangeven voor de schadeafwikkeling op de inkomensverzekeringen. | B |
1k.5 | De kandidaat kan de rechten en plichten van de klant uitleggen bij arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. | B |
1k.6 | De kandidaat kan voor de specifieke situatie van de klant de mogelijke maatregelen uitleggen ter beperking van de (financiële) gevolgen van arbeidsongeschiktheid of van werkloosheid. | B |
1k.7 | De kandidaat kan op hoofdlijnen beschrijven welke verhaalsmogelijkheden de klant heeft wanneer een derde aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid. | K |
1k.8 | De kandidaat kan aan de klant uitleggen wat het belang is van de gegevens die worden opgevraagd voor de arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsmelding. | B |
1k.9 | De kandidaat kan de hoogte en samenstelling verklaren van een (voorschot)uitkering. | B |
1k.10 | De kandidaat kan met behulp van alle benodigde gegevens aan de klant uitleggen hoe de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering is samengesteld. | B |
1k.11 | De kandidaat kan aan de klant de premievrijstellingsregeling bij arbeidsongeschiktheid uitleggen. | B |
1k.12 | De kandidaat kan de benodigde gegevens selecteren voor het melden van een schade. | K |
1k.13 | De kandidaat kan uitleggen of en op welke wijze de re-integratieactiviteiten worden beoordeeld door het UWV en wat de gevolgen kunnen zijn als deze activiteiten onvoldoende worden geacht. | B |
1k.14 | De kandidaat kan de eisen die aan een re-integratiedossier worden gesteld uitleggen. | B |
Vaardigheid (V) De kandidaat kan: | Norm/resultaat/prestatie-indicator | Toelichting op vaktechnische of communicatieve aspecten van de vaardigheid of omstandigheid rond de vaardigheid |
---|---|---|
Eindterm 2g De persoon beschikt over het vermogen om een mogelijke aanspraak/vordering met betrekking tot inkomensverzekeringen te behandelen door:
| ||
2g.1 De gegevens die nodig zijn voor de schadebehandeling interpreteren en verwerken. | De kandidaat gebruikt de juiste gegevens. Beoordeelt of de gegevens van de schadeaangifte op een schadeverzekering juist zijn ingevuld. Vergelijkt de gegevens met de informatie in het klantendossier. | Informatie kan voor meerdere uitleg vatbaar of tegenstrijdig zijn. Er kunnen specifiek eisen aan de informatie worden gesteld. Er kunnen specifieke eisen worden gesteld aan de wijze en het tijdstip van aanlevering van gegevens. |
2g.2 Verdedigen wanneer de principes van een actief schaderegelingsbeleid geweld wordt aangedaan bij een schade op een afgesloten inkomensverzekering. | Klant begrijpt wat verzekeraar van hem mag verwachten in het schadeproces en wat de gevolgen zijn als hij niet meewerkt. Een werkgever begrijpt wat de gevolgen zijn indien een werknemer niet meewerkt en welke acties hij zelf kan ondernemen. | Uitleggen verplichtingen van klant bij re-integratieacties door maatschappij en uitleggen gevolgen van niet meewerken. Uitleggen rol en mogelijkheden werkgever als werknemers niet meewerken aan re-integratie. Uitleggen rechten bij re-integratie (o.a. onredelijke eisen, gebruik medische informatie). |
2g.3 Bepalen welke aanvullende kosten vergoed kunnen worden. | Klant begrijpt welke mogelijkheden er zijn om aanvullende kosten vergoed te krijgen op de afgesloten inkomensverzekering(en). | Uitleggen werking van re-integratievergoedingen en -budgetten. Uitleggen inzet vergoedingen voor preventieve activiteiten. Uitleggen rol zorgverzekeringen. Schetsen financiële gevolgen van effectieve inzet van re-integratieactiviteiten. |
2g.4 Het belang van de benodigde gegevens motiveren voor de schadeaangifte op een afgesloten inkomensverzekering. | Klant begrijpt welke gegevens nodig zijn om de hoogte van een uitkering te kunnen bepalen en weet wanneer en op welke wijze gegevens moeten worden aangeleverd. | Uitleggen manier waarop schade wordt berekend. Uitleggen welke acties een maatschappij kan ondernemen. Uitleggen wanneer een maatschappij in zijn belangen kan worden geschaad. |
2g.5 Voor een afgesloten inkomensverzekering beoordelen of alle voor de schadebehandeling vereiste gegevens inclusief overige vereiste bescheiden aanwezig zijn om te worden verzonden aan de verzekeraar. | Klant begrijpt de wijze waarop de verzekeraar het schadeproces heeft ingericht en begrijpt waarom de bescheiden worden gevraagd en welke rol deze spelen. | Uitleggen en volgen van schadetraject als deskundigen worden ingeschakeld. Uitleggen waarom de gevraagde bescheiden nodig zijn en wat de rol is. |
2g.6 De mogelijkheden voor de inzet van re-integratiemiddelen of budget uitwerken. | De klant begrijpt de mogelijkheden voor de inzet van re-integratiemaatregelen of -budget. De re-integratieactiviteiten voldoen aan de vereisten die in relevante wet- en regelgeving worden gesteld. | Uitleggen uitvoering Wet Verbetering Poortwachter en gevolgen van niet voldoen. Uitleggen werking WIA bij eigen risicodragerschap bij re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers. |
2g.7 Toezien op de inschakeling van deskundigen. | De kandidaat ziet toe dat de deskundigen de vereiste taken op de juiste wijze, op het juiste moment uitvoeren. Kandidaat reageert op de juiste wijze als hij of de klant het oneens is met het oordeel van de deskundigen. | In het schadeproces spelen veel deskundigen een rol (o.a. verzekeringsarts, bedrijfsarts, arbeidsdeskundige, arbodienst, re-integratiebedrijf, UWV). Zij moeten op het juiste moment actie ondernemen of informatie aanleveren. |
Eindterm 2h De persoon beschikt over het vermogen om bij een mogelijke aanspraak/vordering het schadetraject vast te leggen in het dossier. | ||
2h.1 Informatie in het schadedossier opslaan. | De kandidaat slaat alle relevante informatie die wordt gebruikt in het schadebehandelingsproces op een goede manier in het dossier op. Klant kan adviseur inzicht vragen in het dossier, zodat hij kan nakijken hoe het schadeproces is verlopen. | Het schadeproces moet reproduceerbaar zijn en dit dossier is daarvoor nodig. Kandidaat moet kunnen uitleggen hoe tot bepaalde stappen is gekomen. |
Competentie (C) De kandidaat kan: | Context | Kenmerken kritische situatie | Waardering van de kandidaat |
---|---|---|---|
Eindterm 3e De persoon demonstreert en/of bewijst dat hij voor de drie doelgroepen:
het schadebehandelingstraject inzake inkomensverzekeringsproducten zelfstandig, succesvol en correct uit kan voeren, ook in gevallen van belangentegenstellingen. | |||
3e.1 De klant begeleiden bij het schadeproces. | Ingeval van schade Vaak is er geen ervaring en is het belang van de uitkering groot. | Klant is goed geïnformeerd, onder meer over hoe de schadebehandelingsprocedure werkt en de mate van dekking. De juiste stukken zijn op het juiste moment bij de juiste mensen. Kandidaat ziet toe dat de juiste deskundigen op het juiste moment worden ingeschakeld. De klant weet welke mogelijkheden er voor hem zijn bij de schadebepaling. De kandidaat handelt op de juiste wijze als verzekeraar beroep doet op de kleine lettertjes, of op de sociale wetten (ZW, WIA e.d.) voor no-riskpolis, subsidies e.d. of regresrecht. Kandidaat handelt op de juiste wijze in geval van niet meewerken. | Begrijpt de klant de werkwijze? Voelt de klant zich gelijk aan verzekeraar? Heeft de klant een goed gevoel bij de procedure? Staat adviseur aan de kant van de klant? Wordt de klant op een goede manier op de hoogte gehouden van de voortgang van het schadeproces? Heeft de klant het gevoel dat verzekeraar voldoende recht doet aan zijn situatie? Betaalt de klant zelf niet te veel? Begrijpt de klant de rol van de verschillende deskundigen? Begrijpt de klant de mogelijkheden om bij onenigheid over oordeel van een deskundige actie te ondernemen? |
3e.2 Een schade beoordelen. | Voor een schade op de afgesloten inkomensverzekeringen. | De kandidaat beoordeelt op juiste wijze of
De kandidaat bepaalt op juiste wijze of de gegeven schade (inclusief kosten) gedekt is op de schadeverzekering. | Onderkent de kandidaat het effect van bestaande ziektes? Herkent de kandidaat het inlooprisico? |
3e.3 schadebeperkende en preventieve maatregelen initiëren. | Voor schadebeheersing is het nodig om te leren van verleden en acties in te zetten om schade te voorkomen of te beperken. | Inzet en financiering re-integratieactiviteiten. Gevolgen van niet meewerken. | Begrijpt de klant waarom deze activiteiten worden gestart? Begrijpt de klant wat het effect van deze activiteiten op zijn bedrijfsvoering is? Begrijpt de klant het financiële belang van deze activiteiten? |