Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1259/2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed
Artikel 6 Instemming en materiële geldigheid
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2010
- Bronpublicatie:
20-12-2010, PbEU 2010, L 343 (uitgifte: 29-12-2010, regelingnummer: 1259/2010)
- Inwerkingtreding
30-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2010, PbEU 2010, L 343 (uitgifte: 29-12-2010, regelingnummer: 1259/2010)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
Het bestaan en de geldigheid van een rechtskeuzeovereenkomst of van een bepaling daarvan worden beheerst door het recht dat ingevolge deze verordening toepasselijk zou zijn, indien de overeenkomst of de bepaling geldig zou zijn.
2.
Niettemin kan een partij zich, voor het bewijs dat zij haar toestemming niet heeft verleend, beroepen op het recht van het land waar zij op het tijdstip waarop de rechter wordt geadieerd haar gewone verblijfplaats heeft, indien uit de omstandigheden blijkt dat het niet redelijk zou zijn de gevolgen van haar gedrag te laten bepalen door het in lid 1 bedoelde recht.