Einde inhoudsopgave
Besluit 2014/C 96/01 over de regels voor de behandeling van vertrouwelijke informatie door het Europees Parlement
Artikel 14 Inbreuk op de beveiliging, verlies of compromittering van vertrouwelijke informatie
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Bronpublicatie:
15-04-2013, PbEU 2014, C 96 (uitgifte: 01-04-2014, regelingnummer: 2014/C96/01)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2013, PbEU 2014, C 96 (uitgifte: 01-04-2014, regelingnummer: 2014/C96/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
EU-recht / Instituties
1.
Een inbreuk op de vertrouwelijkheid in het algemeen, en op dit besluit in het bijzonder, leidt in het geval van leden van het Europees Parlement tot de toepassing van de desbetreffende bepalingen inzake sancties, zoals opgenomen in het Reglement van het Europees Parlement.
2.
Een inbreuk die is begaan door een personeelslid van het Europees Parlement, leidt tot de toepassing van de procedures en de sancties die zijn voorzien in het Statuut van de ambtenaren respectievelijk de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vastgelegd in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (2) (‘het Statuut’).
3.
De Voorzitter en/of de secretaris-generaal, naargelang van het geval, organiseren in geval van een inbreuk als omschreven in veiligheidsmededeling 6, het eventueel noodzakelijke onderzoek.
4.
Indien de vertrouwelijke informatie door een andere -instelling van de Unie of door een lidstaat aan het Europees Parlement is meegedeeld, stellen de Voorzitter en/of de secretaris-generaal, naargelang van het geval, de betrokken instelling van de Unie of lidstaat op de hoogte van bewezen of vermoedelijk verlies of compromittering van gerubriceerde informatie alsmede van de resultaten van het onderzoek en de maatregelen die zijn genomen om herhaling te voorkomen.
Voetnoten
PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.