Einde inhoudsopgave
Wachtgeldbesluit overheidsdienaren BES
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 09-10-2011
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij het KB van 06-07-2012, Stb. 337.
- Bronpublicatie:
03-10-2011, Stcrt. 2011, 18097 (uitgifte: 07-10-2011, regelingnummer: 2011-2000437015)
- Inwerkingtreding
09-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-10-2011, Stcrt. 2011, 18097 (uitgifte: 07-10-2011, regelingnummer: 2011-2000437015)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht (V)
In dit besluit wordt voorts verstaan onder:
Diensttijd:
De tijd, door een overheidsdienaar doorgebracht in dienst van de staat of van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, alsmede de tijd waarin de overheidsdienaar vóór de inwerkingtreding van dit besluit in dienst was van de Nederlandse Antillen, het eilandgebied Bonaire, Sint Eustatius of Saba of bij enig ander binnen de Nederlandse Antillen gevestigd openbaar lichaam, daarbij inbegrepen de tijd gedurende welke hij als werknemer bij een door een openbaar lichaam in het leven geroepen en op grond van zijn doelstelling en in financieel opzicht tot zulk een lichaam in een bijzondere verhouding staande rechtspersoon in dienst geweest is; zulks met dien verstaande dat:
- a.
indien aan de belanghebbende reeds eerder een wachtgeld is toegekend, de diensttijd welke voor de berekening van dat eerdere wachtgeld in aanmerking genomen is, opnieuw wordt medegeteld;
- b.
de tijd, gedurende welke de belanghebbende met gehele of gedeeltelijke inhouding van inkomen geschorst is of anders dan ter vervulling van een openbare functie of wegens een studieopdracht op non-activiteit is gesteld, voor berekening van de diensttijd niet in aanmerking wordt genomen.
Inkomen:
De bezoldiging of het loon van de overheidsdienaar, verhoogd met de hem toekomende persoonlijke toelage, kostwinnerstoelage, toelage op grond van artikel 23 van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, de voor het onderwijzend personeel geldende, wettelijk vastgestelde vaste toelagen, en de compensatietoeslag krachtens de Wet algemene ouderdomsverzekering BES en de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES; in bijzondere gevallen, ter beoordeling van het bevoegd gezag, wordt een standplaatstoelage voor berekening van het inkomen mede in aanmerking genomen.
Laatstelijk genoten inkomen:
Het inkomen vermeerderd met de vakantie-uitkering, waarop de overheidsdienaar ingevolge de voor hem toepasselijke wettelijke bepalingen gedurende de periode van een jaar onmiddellijk voorafgaande aan de dag waarop het hem verleende ontslag ingaat aanspraak heeft gehad, gedeeld door twaalf; indien de overheidsdienaar gedurende de bedoelde periode gehele of gedeeltelijke inhouding van bezoldiging of loon wegens schorsing of een vermindering daarvan in verband met vrijstelling van dienst wegens ziekte heeft ondergaan, wordt het inkomen in aanmerking genomen dat hij zou hebben genoten, indien de inhouding of vermindering niet was geschied.
Pensioen:
- 1°
het pensioen in de zin van de Pensioenwet ambtenaren BES;
- 2°
vervallen;
- 3°
elke ander vorm van pensioen, bedoeld voor de voorziening in de oude dag en de verzorging van weduwen, weduwnaars en wezen van overheidsdienaren en ten laste komend van de geldmiddelen van de Staat, gevestigd openbaar lichaam of van van enig door de overheid ingesteld fonds, met uitzondering van de fondsen, bedoeld in de Landsverordening Sociale Verzekeringsbank (P.B. 1960, 154); In alle gevallen met inbegrip van de daarop bij enige wettelijke bepaling verleende ander toeslagen en bijslagen.
- 4°
voor zover een uitkering bij wijze van pensioen, dan wel in overeenstemming met de bestaande praktijk een onderstand bij wijze van pensioen blijft of wordt toegekend, deze uitkering, onderscheidenlijk onderstand;
- 5°
voor zover ingevolge een wettelijke regeling aan een pensioen of een uitkering of onderstand bij wijze van pensioen een duurtetoeslag is verbonden, het betreffende pensioen, onderscheidenlijk de betreffende uitkering of onderstand tezamen met de eraan verbonden duurtetoeslag als één geheel beschouwd.