Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 1
Artikel 377qq
Geldend
Geldend vanaf 10-12-2010
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 30-06-2011, Stb. 355.
- Bronpublicatie:
29-11-2010, Stcrt. 2010, 19489 (uitgifte: 08-12-2010, regelingnummer: 5677000/10/6)
- Inwerkingtreding
10-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2010, Stcrt. 2010, 19489 (uitgifte: 08-12-2010, regelingnummer: 5677000/10/6)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Het Gerecht in eerste aanleg neemt kennis van het hoger beroep van een beschikking als bedoeld in artikel 377pp, eerste lid, van dit Boek. Alleen de partijen kunnen hoger beroep tegen de beschikking instellen.
2.
Het hoger beroep tegen een beschikking waarbij een verzoek als bedoeld in artikel 377oo, eerste lid, van dit Boek is ingewilligd, moet worden ingesteld binnen een maand na de betekening van de beschikking. Indien de partij tegen wie tenuitvoerlegging wordt gevraagd, haar gewone verblijfplaats heeft in het buitenland, bedraagt de termijn voor het instellen van hoger beroep twee maanden, te rekenen vanaf de datum van de betekening aan deze partij in persoon of aan zijn adres. De termijn kan niet op grond van de afstand worden verlengd.
3.
Indien hoger beroep wordt ingesteld door de verzoeker en is gericht tegen de weigering om een verzoek als bedoeld in artikel 377oo, eerste lid, van dit Boek in te willigen, wordt het ingesteld binnen een maand na de dagtekening van de beschikking.
4.
Het Gerecht in eerste aanleg doet onverwijld uitspraak in hoger beroep.
5.
Tegen de in hoger beroep gegeven beschikking kan slechts beroep in cassatie worden ingesteld.
6.
Het Gerecht in eerste aanleg in hoger beroep, onderscheidenlijk de Hoge Raad als beroep in cassatie is ingesteld, kan op verzoek van de partij tegen wie tenuitvoerlegging wordt gevraagd, zijn uitspraak aanhouden indien in de staat van herkomst van de beslissing een gewoon rechtsmiddel is ingesteld of de termijn daartoe nog niet is verstreken. In dit laatste geval kan het Gerecht, onderscheidenlijk de Hoge Raad, een termijn vaststellen binnen welke het rechtsmiddel moet worden ingesteld.
7.
Indien in de beslissing uitspraak is gedaan over meer dan een onderdeel van het verzoek en de tenuitvoerlegging niet voor het geheel kan worden toegestaan, wordt de tenuitvoerlegging voor één of meer van die onderdelen toegestaan.