Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2560 betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren
Artikel 17 Geldboeten en dwangsommen
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2560)
- Inwerkingtreding
12-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2560)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Staatssteun (V)
1.
De Commissie kan bij besluit geldboeten of dwangsommen opleggen indien een onderneming of ondernemingsvereniging opzettelijk of uit onachtzaamheid:
- a)
in antwoord op een verzoek om informatie uit hoofde van artikel 13 onvolledige, onjuiste of misleidende informatie verstrekt, dan wel de informatie niet binnen de vastgestelde termijn verstrekt;
- b)
tijdens een inspectie overeenkomstig artikel 14 geen volledige inzage geeft in de daartoe gevraagde boeken of andere bescheiden in verband met de onderneming;
- c)
in antwoord op een overeenkomstig artikel 14, lid 2, punt c), gestelde vraag:
- i)
een onjuist of misleidend antwoord geeft;
- ii)
nalaat binnen de door de Commissie vastgestelde termijn een door een personeelslid gegeven onjuist, onvolledig of misleidend antwoord te corrigeren, of
- iii)
nalaat of weigert een volledig antwoord te geven met betrekking tot feiten in verband met het voorwerp en het doel van een inspectie die is gelast bij wege van een besluit krachtens artikel 14, lid 3;
- d)
weigert zich aan op grond van artikel 14 gelaste inspecties te onderwerpen of zegels heeft verbroken die overeenkomstig artikel 14, lid 2, punt d), zijn aangebracht, of
- e)
nalaat te voldoen aan de voorwaarden voor toegang tot het dossier of de voorwaarden voor openbaarmaking die door de Commissie overeenkomstig artikel 42, lid 4, zijn opgelegd.
2.
Uit hoofde van lid 1 opgelegde geldboeten bedragen ten hoogste 1 % van de totale omzet van de betrokken onderneming of ondernemingsvereniging in het voorafgaande boekjaar.
3.
Uit hoofde van lid 1 opgelegde dwangsommen bedragen ten hoogste 5 % van de gemiddelde dagelijkse totale omzet van de betrokken onderneming of ondernemingsvereniging in het voorafgaande boekjaar voor elke werkdag waarmee de in haar besluit vastgestelde termijn wordt overschreden, berekend vanaf de in het besluit vastgestelde datum, totdat zij de door de Commissie verlangde informatie volledig en correct verstrekt, of totdat zij zich onderwerpt aan een inspectie.
4.
Voordat de Commissie een besluit overeenkomstig lid 1, punt a), vaststelt, stelt zij een laatste termijn van twee weken vast om van de onderneming of ondernemingsvereniging de ontbrekende informatie te ontvangen.
5.
Indien een onderneming een besluit met verbintenissen krachtens artikel 11, lid 3, een besluit tot oplegging van voorlopige maatregelen krachtens artikel 12 of een besluit met herstelmaatregelen krachtens artikel 11, lid 2, niet nakomt, kan de Commissie bij besluit:
- a)
geldboeten opleggen van ten hoogste 10 % van de totale omzet van de betrokken onderneming in het voorafgaande boekjaar, of
- b)
dwangsommen opleggen van ten hoogste 5 % van de gemiddelde dagelijkse totale omzet van de betrokken onderneming in het voorafgaande boekjaar voor elke dag dat het besluit niet in acht wordt genomen, vanaf de dag van het besluit van de Commissie waarbij die dwangsommen worden opgelegd, totdat de Commissie vindt dat de betrokken onderneming het besluit naleeft.
De Commissie kan dergelijke geldboeten of dwangsommen ook opleggen indien een onderneming een besluit krachtens artikel 11, 25 of 31 dat de onderneming op grond van artikel 8 verplicht de Commissie in kennis te stellen van haar toekomstige deelnames aan concentraties of aanbestedingsprocedures, niet nakomt.
6.
Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete of de dwangsom houdt de Commissie rekening met de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, met inachtneming van de beginselen van evenredigheid en redelijkheid.
7.
Wanneer de betrokken onderneming of ondernemingsvereniging de verplichting ter afdwinging waarvan de dwangsom was opgelegd, is nagekomen, kan de Commissie de uiteindelijk verschuldigde dwangsom verminderen ten opzichte van het bedrag dat bij het oorspronkelijke besluit tot oplegging van dwangsommen is vastgesteld.