Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2560 betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren
Artikel 28 Aanmeldingsdrempel in aanbestedingsprocedures
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2560)
- Inwerkingtreding
12-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2560)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Staatssteun (V)
1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt er geacht sprake te zijn van een aan te melden buitenlandse financiële bijdrage in een aanbestedingsprocedure indien:
- a)
de geraamde waarde van die overheidsopdracht of raamovereenkomst exclusief btw, berekend overeenkomstig de bepalingen in artikel 8 van Richtlijn 2014/23/EU, artikel 5 van Richtlijn 2014/24/EU en artikel 16 van Richtlijn 2014/25/EU, of een specifieke opdracht in het kader van het dynamische aankoopsysteem, gelijk is aan of groter is dan 250 miljoen EUR, en
- b)
de ondernemer, met inbegrip van zijn dochterondernemingen zonder commerciële autonomie, zijn participatieondernemingen en, in voorkomend geval, zijn hoofdonderaannemers en -leveranciers die betrokken zijn bij dezelfde inschrijving voor een aanbestedingsprocedure, in de drie jaren voorafgaand aan de aanmelding of, indien van toepassing, de bijgewerkte aanmelding, financiële bijdragen is toegekend waarvan de totale waarde gelijk is aan of groter is dan 4 miljoen EUR per derde land.
2.
Wanneer de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie besluit de opdracht op te splitsen in percelen, wordt geacht sprake te zijn van een aan te melden buitenlandse financiële bijdrage in een aanbestedingsprocedure indien de geraamde waarde van de opdracht exclusief btw de in lid 1, punt a), vastgelegde drempel overschrijdt, de waarde van het perceel of de totale waarde van alle percelen waarvoor de inschrijver zich inschrijft gelijk is aan of groter is dan 125 miljoen EUR en de buitenlandse financiële bijdrage gelijk is aan of groter is dan de in lid 1, punt b), vastgelegde drempel.
3.
Procedures voor de gunning van opdrachten die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2009/81/EG vallen, vallen niet onder dit hoofdstuk.
4.
De in artikel 32, lid 2, punt c), van Richtlijn 2014/24/EU en artikel 50, punt d), van Richtlijn 2014/25/EU bedoelde procedures voor de gunning van opdrachten vallen onder de bepalingen van hoofdstuk 2 van deze verordening en worden uitgesloten van de toepassing van hoofdstuk 4 van deze verordening.
5.
In afwijking van artikel 29, lid 1, brengen ondernemers die een inschrijving of een verzoek tot deelname indienen, indien de werken, leveringen of diensten alleen door een bepaalde ondernemer kunnen worden verricht, overeenkomstig artikel 31, lid 4, van Richtlijn 2014/23/EU, artikel 32, lid 2, punt b), van Richtlijn 2014/24/EU en artikel 50, punt c), van Richtlijn 2014/25/EU en de geraamde waarde van de opdracht gelijk is aan of groter is dan de in lid 1, punt a), van dit artikel vastgelegde waarde, de Commissie op de hoogte van alle buitenlandse financiële bijdragen indien is voldaan aan de voorwaarde van lid 1, punt b, van dit artikel. Onverminderd de mogelijkheid om een onderzoek in te leiden overeenkomstig hoofdstuk 2 van deze verordening wordt de indiening van dergelijke informatie niet beschouwd als een aanmelding en niet onderzocht op grond van dit hoofdstuk.
6.
De aanbestedende dienst of aanbestedende instantie vermeldt in de aankondiging van een opdracht of, indien een procedure zonder voorafgaande bekendmaking, in de aanbestedingsstukken, dat de ondernemers onderworpen zijn aan de in artikel 29 bedoelde aanmeldingsverplichting. Het ontbreken van een dergelijke vermelding doet echter geen afbreuk aan de toepassing van deze verordening op opdrachten die onder haar toepassingsgebied vallen.