Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag)
Artikel 61
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 68 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Iedere Verdragsluitende Partij kan tegen door de andere Partij voorgenomen of aangevangen maatregelen of tegen het achterwege laten daarvan, waardoor wezenlijke schade dreigt te worden veroorzaakt of reeds veroorzaakt is, binnen een redelijke termijn bij de Permanente Grenswaterencommissie bezwaren indienen, welke moeten worden gemotiveerd met een te verwachten of reeds ontstane schending van aangegane verplichtingen.