Einde inhoudsopgave
Successiebelastingverordening 1908 [Curaçao]
Artikel 9 [Schuldigerkenning of kwijtschelding onder voorwaarde van overleven]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel is gebaseerd op de tekst uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
15-12-2011, Publicatieblad van Curaçao 2011, 68 (uitgifte: 22-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2011, Publicatieblad van Curaçao 2011, 70 (uitgifte: 30-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
Wat schuldig erkend of kwijtgescholden is bij uiterste wil of onder voorwaarde van overleving van hem, aan wien is schuldig erkend of kwijtgescholden en wat is kwijtgescholden met ingang van het overlijden van den schuldeischer wordt voor de toepassing dezer verordening geacht door den als schuldeischer of schuldenaar aangewezene bij legaat te zijn verkregen.
Het aldus schuldig erkende wordt niet gerekend tot de schulden, die afgetrokken mogen worden; het aldus kwijtgescholdene wordt geacht een bestanddeel der nalatenschap uit te maken.
Deze bepalingen blijven, voorzooveel zij het bij uiterste wil schuldig erkende betreffen, buiten toepassing, wanneer aan de Inspecteur of aan den rechter overtuigend wordt aangetoond, dat de schuld reeds tijdens het leven van den overledene bestond; en voorzooveel zij het bij uiterste wil kwijtgescholdene betreffen, wanneer op voorgeschreven wijze wordt aangetoond, dat de vordering reeds tijdens het leven van den overledene was te niet gegaan.