Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2024/1346 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (herschikking)
Artikel 17 Werkgelegenheid
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1346 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1346)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1346 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1346)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzoekers uiterlijk zes maanden na de datum waarop het verzoek om internationale bescherming is geregistreerd, toegang hebben tot de arbeidsmarkt, mits de bevoegde instantie geen administratieve beslissing heeft genomen en de vertraging niet aan de verzoeker is te wijten.
Indien de lidstaat het onderzoek ten gronde van een verzoek om internationale bescherming heeft versneld overeenkomstig artikel 42, lid 1, punten a) tot en met f), van Verordening (EU) 2024/1348, wordt geen toegang tot de arbeidsmarkt verleend of wordt reeds verleende toegang tot de arbeidsmarkt ingetrokken.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzoekers aan wie toegang is verleend tot de arbeidsmarkt overeenkomstig lid 1, daadwerkelijk toegang tot die arbeidsmarkt hebben overeenkomstig het nationale recht.
Om redenen van arbeidsmarktbeleid, bijvoorbeeld met het oog op de jeugdwerkloosheidscijfers, kunnen de lidstaten verifiëren of een specifieke vacature die een werkgever overweegt te laten vervullen door een verzoeker die overeenkomstig lid 1 toegang tot de arbeidsmarkt heeft, kan worden vervuld door onderdanen van de betrokken lidstaat of door andere burgers van de Unie, of door onderdanen van een derde land en staatloze personen die legaal in die lidstaat verblijven. Indien de lidstaat van oordeel is dat de specifieke vacature door dergelijke personen kan worden vervuld, kan de lidstaat of de werkgever de verzoeker voor die vacature weigeren.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzoekers die overeenkomstig lid 1 toegang tot de arbeidsmarkt hebben, dezelfde behandeling krijgen als hun eigen onderdanen wat betreft:
- a)
arbeidsvoorwaarden, de minimumarbeidsleeftijd en arbeidsomstandigheden, waaronder salaris en ontslag, werktijden, verlof en vakantie, alsook de voorschriften inzake veiligheid en gezondheid op het werk;
- b)
vrijheid van vereniging en aansluiting bij en lidmaatschap van een werkgevers- of werknemersorganisatie, of een andere organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen, met inbegrip van de door dergelijke organisaties verschafte voordelen, zonder dat wordt geraakt aan de nationale bepalingen inzake openbare orde en openbare veiligheid;
- c)
onderwijs en beroepsopleiding, met inbegrip van bijscholing, praktische werkervaring op de arbeidsplaats en beroepskeuzebegeleiding;
- d)
de erkenning van diploma's, certificaten en andere opleidingstitels in het kader van bestaande procedures voor de erkenning van buitenlandse kwalificaties, alsook
- e)
toegang tot passende regelingen voor de beoordeling, validering en erkenning van de resultaten van eerder gevolgd onderwijs en de eerdere ervaring van de verzoeker.
4.
De lidstaten kunnen beperkingen toepassen op de gelijke behandeling van verzoekers die overeenkomstig lid 1 toegang tot de arbeidsmarkt hebben:
- a)
wat lid 3, punt b) betreft, door hen uit te sluiten van de deelname aan het bestuur van publiekrechtelijke organen en van de uitoefening van publiekrechtelijke functies;
- b)
wat lid 3, punt c), betreft, door uitsluiting van:
- i)
beurzen en leningen in verband met onderwijs en beroepsopleiding en de betaling van inschrijvingsgeld overeenkomstig het nationale recht inzake de toegang tot universitair of hoger onderwijs, alsook
- ii)
onderwijs en beroepsopleiding die niet worden verstrekt in het kader van een bestaande arbeidsovereenkomst, ook indien deze worden verstrekt ter bevordering van de werkgelegenheid;
- c)
wat lid 3, punt d) of punt e), betreft, door geen gelijke behandeling toe te kennen tot ten minste drie maanden na de datum waarop het verzoek om internationale bescherming werd geregistreerd.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzoekers die in loondienst zijn of die op grond van eerdere arbeid recht hebben op socialezekerheidsuitkeringen, op dezelfde manier worden behandeld als hun eigen onderdanen wat betreft de takken van de sociale zekerheid als bedoeld in artikel 3, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004.
6.
Onverminderd Verordening (EU) nr. 1231/2010 kunnen de lidstaten de gelijke behandeling uit hoofde van lid 5 van dit artikel beperken door socialezekerheidsuitkeringen uit te sluiten die niet afhankelijk zijn van tijdvakken van werkzaamheden in loondienst of van betaling van bijdragen.
7.
Het recht op gelijke behandeling uit hoofde van dit artikel doet geen verblijfsrecht ontstaan in gevallen waarin een besluit uit hoofde van Verordening (EU) 2024/1348 het recht om te blijven van de verzoeker beëindigt.
8.
Voor de toepassing van lid 3, punt d), van dit artikel en onverminderd artikel 2, lid 2, en artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2005/36/EG faciliteren de lidstaten, voor zover mogelijk, volledige toegang tot de bestaande procedures voor de erkenning van buitenlandse kwalificaties voor verzoekers die geen bewijsstukken van hun kwalificaties kunnen overleggen.
9.
De toegang tot de arbeidsmarkt wordt niet ongedaan gemaakt tijdens een beroepsprocedure indien de verzoeker tijdens die procedure het recht heeft op het grondgebied van de lidstaat te blijven en totdat kennis wordt gegeven van een negatieve beslissing over het beroep.