Einde inhoudsopgave
Wet organisatie bloedvoorziening BES
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 04-10-2011
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 05-07-2012, Stb. 358.
- Bronpublicatie:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17597 (uitgifte: 03-10-2011, regelingnummer: DWJZ/G&E-3082726)
- Inwerkingtreding
04-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17597 (uitgifte: 03-10-2011, regelingnummer: DWJZ/G&E-3082726)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister wijst één rechtspersoon aan die ter uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 2, eerste lid, tot taak heeft:
- a.
het jaarlijks ramen van de behoefte aan bloed, tussenproducten en bloedproducten;
- b.
het voorzien in de benodigde bloedproducten in Bonaire, Sint Eustatius en Saba door inzameling of invoer.
2.
De aanwijzing vindt slechts plaats indien wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
de rechtspersoon is gevestigd in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of Nederland;
- b.
de werkzaamheid van de rechtspersoon is niet gericht op het behalen van winst;
- c.
de rechtspersoon is, wat betreft zijn organisatie, personeel en materieel, in staat de in het eerste lid bedoelde taken op verantwoorde wijze te vervullen.
3.
Onze Minister kan de aanwijzing onder beperkingen verlenen en aan de aanwijzing voorschriften verbinden. Hij kan, gehoord de rechtspersoon, de beperkingen en voorschriften wijzigen en nieuwe beperkingen en voorschriften vaststellen.
4.
Onze Minister kan de aanwijzing intrekken indien:
- a.
de rechtspersoon daarom verzoekt;
- b.
de rechtspersoon een of meer van de in het eerste lid bedoelde taken niet of niet verantwoord vervult of het bepaalde bij of krachtens deze wet niet naleeft;
- c.
naar het oordeel van Onze Minister het belang van een doelmatige bloedvoorziening zulks vordert; dan wel
- d.
een bijzondere omstandigheid daartoe aanleiding geeft.
5.
De aanwijzing alsmede de beperkingen waaronder deze is verleend en de voorschriften die daaraan zijn verbonden en voorts de intrekking van de aanwijzing worden bekendgemaakt in de Staatscourant.
6.
Bij algemene maatregel van bestuur, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de overdracht van de in het eerste lid, onder b bedoelde activiteiten ingeval een aanwijzing is ingetrokken.