Einde inhoudsopgave
Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2010
- Bronpublicatie:
06-08-2009, Stb. 2009, 352 (uitgifte: 26-08-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2010, Stb. 2010, 152 (uitgifte: 22-04-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De vingerafdrukken, de DNA-profielen en de persoonsgegevens in de Verwijsindex Personen die voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn verwerkt, worden vernietigd overeenkomstig de termijnen die voor de inwerkingtreding van dit besluit golden.
2.
Indien tegen een verdachte na de inwerkingtreding van dit besluit een einduitspraak als bedoeld in de artikelen 351 en 352, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering in verband met een ander misdrijf is gedaan of een strafbeschikking in verband met een ander misdrijf is uitgevaardigd dan het misdrijf in het kader waarvan de vingerafdrukken voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn verwerkt, is artikel 6, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
3.
Indien tegen een verdachte na de inwerkingtreding van dit besluit een einduitspraak als bedoeld in de artikelen 351 en 352, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering in verband met een ander misdrijf is gedaan of een strafbeschikking in verband met een ander misdrijf is uitgevaardigd dan het misdrijf in het kader waarvan het DNA-profiel voor de inwerkingtreding van dit besluit is verwerkt, is artikel 18, tweede lid, van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken van toepassing.