Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake overheidsopdrachten
Artikel II Reikwijdte en toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2014
- Bronpublicatie:
30-03-2012, Trb. 2014, 16 (uitgifte: 29-01-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, Trb. 2014, 202 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1. Toepassing van het Verdrag
Deze Overeenkomst is van toepassing op alle maatregelen inzake de onder deze Overeenkomst vallende overheidsopdrachten, ongeacht of ze geheel of gedeeltelijk langs elektronische weg verlopen.
2.
De onder deze Overeenkomst vallende overheidsopdrachten betreffen elke aanschaf voor overheidsdoeleinden:
- a.
van goederen, diensten of een combinatie daarvan:
- i.
zoals aangegeven in de bijlagen van elke Partij bij Aanhangsel I; en
- ii.
niet aangeschaft met het oog op commerciële verkoop of wederverkoop of voor gebruik bij de productie of levering van goederen of diensten voor commerciële verkoop of wederverkoop;
- b.
met welke contractuele middelen dan ook, waaronder koop, lease, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie;
- c.
waarvan de waarde, zoals geschat in overeenstemming met de leden 6 tot en met 8, ten tijde van de publicatie van een bericht van aanbesteding overeenkomstig artikel VII, gelijk is aan of meer bedraagt dan de desbetreffende drempelwaarde die vermeld is in de bijlagen van een Partij bij Aanhangsel I;
- d.
door een aanbestedende dienst, en
- e.
die niet anderszins van de reikwijdte van lid 3 of die van de bijlagen van een Partij bij Aanhangsel I is uitgesloten.
3.
Tenzij anders bepaald in de bijlagen van een Partij bij Aanhangsel I, is deze Overeenkomst niet van toepassing op:
- a.
de verwerving of huur van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende goederen of de rechten daarop;
- b.
niet-contractuele overeenkomsten of enige vorm van bijstand die een Partij verleent, met inbegrip van samenwerkingsovereenkomsten, subsidies, leningen, kapitaalinjecties, garanties en fiscale stimuleringsmaatregelen;
- c.
de aanschaf of verwerving van belastingadviesdiensten of bewaardiensten, vereffenings- en managementdiensten voor gereglementeerde financiële instellingen of van diensten in verband met de verkoop, aflossing en distributie van de overheidsschuld, met inbegrip van leningen, staatsobligaties, bankbiljetten en andere effecten;
- d.
aanstellingen bij de overheid;
- e.
opdrachten die worden aanbesteed:
- i.
met het specifieke doel internationale bijstand, met inbegrip van ontwikkelingshulp, te verlenen;
- ii.
in het kader van een bijzondere procedure of krachtens een bijzondere voorwaarde van een internationale overeenkomst betreffende de legering van strijdkrachten of betreffende de gezamenlijke uitvoering van een project door de ondertekenende landen; of
- iii.
in het kader van een bijzondere procedure of krachtens een bijzondere voorwaarde van een internationale organisatie, of gefinancierd door een internationale subsidie, lening of andere vorm van steun, wanneer die procedure of voorwaarde niet in overeenstemming is met deze Overeenkomst.
4.
Elke Partij verstrekt in haar bijlagen bij Aanhangsel I de volgende informatie:
- a.
in Bijlage I de entiteiten van de centrale overheid waarvan de opdrachten onder deze Overeenkomst vallen;
- b.
in Bijlage 2 de entiteiten van de decentrale overheid waarvan de opdrachten onder deze Overeenkomst vallen;
- c.
In Bijlage 3 alle overige entiteiten waarvan de opdrachten onder deze Overeenkomst vallen;
- d.
in Bijlage 4 de goederen die onder deze Overeenkomst vallen;
- d.
in Bijlage 5 de diensten, anders dan constructiediensten, die onder deze Overeenkomst vallen;
- f.
in Bijlage 6 de constructiediensten die onder deze Overeenkomst vallen; en
- g.
in Bijlage 7 eventuele algemene aantekeningen.
5.
Indien een aanbestedende dienst, in het kader van een onder deze Overeenkomst vallende overheidsopdracht, van niet in de bijlagen van de betrokken Partij bij Aanhangsel I genoemde personen verlangt dat zij opdrachten plaatsen met inachtneming van bijzondere voorschriften, dan is artikel IV mutatis mutandis van toepassing op die voorschriften.
6. Berekening van de waarde
Bij het bepalen van de waarde van een opdracht om te bepalen of deze onder de bepalingen van deze Overeenkomst valt,
- a.
mag een aanbestedende dienst die opdracht niet in afzonderlijke opdrachten splitsen of een bijzondere methode voor het ramen van de waarde van de opdracht uitkiezen of gebruiken om deze geheel of gedeeltelijk buiten de toepassing van deze Overeenkomst te doen vallen; en
- b.
mag een aanbestedende dienst de geraamde maximale totale waarde van de opdracht over de gehele duur verdelen, ongeacht of deze aan een of meer aannemers is gegund, waarbij alle vormen van beloning worden verwerkt, zoals
- i.
premies, provisies, commissielonen en rente; en
- ii.
indien de opdracht verschillende opties omvat, de totale waarde van die opties.
7.
Indien een individueel vereiste met betrekking tot een opdracht ertoe leidt dat er meer dan één opdracht wordt gegund of bij het gunnen van een opdracht in afzonderlijke percelen (hierna te noemen ‘herhalingsopdrachten’), wordt de berekening van de geraamde maximale totale waarde gebaseerd op:
- a.
de waarde van soortgelijke herhalingsopdrachten voor goederen of diensten die in de voorafgaande periode van 12 maanden of het voorgaande belastingjaar van de aanbestedende dienst zijn gegund, waarbij waar mogelijk rekening wordt gehouden met verwachte wijzigingen van de kwantiteit of waarde van de desbetreffende goederen of diensten gedurende de volgende 12 maanden; of
- b.
de geraamde waarde van herhalingsopdrachten voor soortgelijke goederen of diensten gedurende de periode van 12 maanden volgend op de gunning van de eerste opdracht of het belastingjaar van de aanbestedende dienst.
8.
In het geval van opdrachten inzake leasing, huur of huurkoop van goederen of diensten of in het geval van opdrachten waarvan de totaalprijs niet vaststaat, wordt de geraamde waarde van de opdracht berekend op de volgende grondslag:
- a.
bij opdrachten met een vaste looptijd:
- i.
indien de looptijd van de opdracht ten hoogste 12 maanden bedraagt, de totale geraamde maximumwaarde voor de looptijd; of
- ii.
indien de looptijd van de opdracht meer dan 12 maanden bedraagt, de totale geraamde maximumwaarde voor de looptijd, inclusief de eventuele geraamde restwaarde;
- b.
bij opdrachten voor onbepaalde duur het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48; en
- c.
indien niet vaststaat of de opdracht een vaste looptijd zal hebben wordt de berekeningsmethode onder b gebruikt.