Einde inhoudsopgave
Regeling normering topinkomens OCW-sectoren
Artikel 3 Bezoldigingsmaximum per klasse voor topfunctionarissen van onderwijsinstellingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-11-2023, Stcrt. 2023, 32291 (uitgifte: 24-11-2023, regelingnummer: FEZ/42162273)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2023, Stcrt. 2023, 32291 (uitgifte: 24-11-2023, regelingnummer: FEZ/42162273)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de wet komen partijen geen bezoldiging overeen die per kalenderjaar meer bedraagt dan het van toepassing zijnde bezoldigingsmaximum voor dat jaar.
2.
Voor een rechtspersoon of instelling geldt het bezoldigingsmaximum behorende bij het aantal complexiteitspunten dat op basis van de criteria, genoemd in de bijlage bij deze regeling, is berekend.
3.
Voor universiteiten, zoals bedoeld in de bijlage behorende bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, onder a, b, h en i, geldt het aantal complexiteitspunten van 9 als minimumaantal.
4.
Per klasse geldt het volgende bezoldigingsmaximum:
Klasse | Bezoldigingsmaximum |
---|---|
A (4 complexiteitspunten) | € 138.000 |
B (5 - 6 complexiteitspunten) | € 155.000 |
C (7 - 8 complexiteitspunten) | € 166.000 |
D (9 - 12 complexiteitspunten) | € 181.000 |
E (13 - 15 complexiteitspunten) | € 197.000 |
F (16 - 17 complexiteitspunten) | € 211.000 |
G (18 - 20 complexiteitspunten) | Het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet. |