Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2020
2.8.3 Ontslagvolgorde en afspiegeling groep 2 tot en met 5
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2020
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van afkondiging is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Voor de ontslagvolgorde en afspiegeling van de (niet-ingeleende) werknemers met een arbeidsovereenkomst is wel van belang welk (ontslag)recht op de arbeidsovereenkomst van toepassing is. Dit betreft de werknemers uit groep 2 tot en met 4 (AOW-gerechtigden, oproepkrachten en werknemers met een tijdelijk contract dat binnen 26 weken eindigt) en de werknemers uit groep 5 (werknemers met een tijdelijk contract dat na 26 weken eindigt en werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd). De werknemers met een arbeidsovereenkomst waarop Nederlands (ontslag)recht niet van toepassing is worden niet betrokken bij de bepaling van de ontslagvolgorde en de toepassing van het afspiegelingsbeginsel (groepen 2 tot en met 5). Niet betrokken worden betekent in dit verband dat deze werknemers geen deel uitmaken van het personeelsbestand waarover de afspiegelingsberekening wordt gemaakt.
Vaststellen toepasselijke (ontslag)recht
Welk (ontslag)recht op een arbeidsovereenkomst van toepassing is, wordt bepaald op basis van artikel 8 van Verordening EG Nr. 593/2008 (Rome I).1. Nederlands (ontslag)recht is op een arbeidsovereenkomst van toepassing als de werkgever en de werknemer in de arbeidsovereenkomst een rechtskeuze voor Nederlands recht hebben gemaakt ongeacht waar diegene werkt, en/of als Nederlands (ontslag)recht objectief van toepassing is. Als geen rechtskeuze is gemaakt, is Nederlands (ontslag)recht in ieder geval van toepassing als de werknemer gewoonlijk in Nederland werkt.2. Artikel 8, lid 1, bepaalt dat een rechtskeuze voor vreemd recht er niet toe kan leiden dat de werknemer die gewoonlijk in Nederland werkt, de bescherming van de dwingendrechtelijke bepalingen van het Nederlandse (ontslag)recht verliest. Die dwingendrechtelijke bepalingen (waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken) blijven op de werknemer van toepassing. De regels over afspiegeling en ontslagvolgorde worden als zodanig beschouwd.
Het bovenstaande betekent dat een werknemer die met zijn werkgever een rechtskeuze heeft gemaakt voor vreemd recht, toch betrokken kan worden bij de ontslagvolgorde en de toepassing van het afspiegelingsbeginsel.
Aannemelijk maken
Als de werkgever van mening is dat Nederlands (ontslag)recht op een werknemer niet van toepassing is, en hij deze werknemer daarom niet betrekt bij de toepassing van het afspiegelingsbeginsel, dan dient hij dit bij indiening van de ontslagaanvraag aannemelijk te maken.
Voetnoten
Verordening Rome I is in 2008 in de plaats gekomen van het EVO-verdrag.
Een werknemer werkt gewoonlijk in Nederland als de werkzaamheden ter uitvoering van de arbeidsovereenkomst in Nederland worden verricht. Het tijdelijk verrichten van de werkzaamheden in een ander land maakt dit niet anders. Uit overweging 36 van de considerans bij Rome I volgt dat het verrichten van arbeid in een ander land als tijdelijk aangemerkt dient te worden wanneer van de werknemer wordt verwacht dat hij na de voltooiing van zijn taak in het buitenland opnieuw arbeid in het land van herkomst verricht. Als de werknemer in meerdere landen werkt, is bepalend of het merendeel van de werkzaamheden in Nederland wordt verricht en dit het belangrijkste deel van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst betreft, HvJ EU 15 maart 2011, nr. C-29/10 (Koelzsch/Luxemburg); HvJ EU 14 september 2017, C-168/16 (Ryanair). Als het toepasselijke (ontslag)recht niet op basis van het gewoonlijk werkland kan worden vastgesteld, wordt de overeenkomst beheerst door het (ontslag)recht van het land waar zich de vestiging bevindt die de werknemer in dienst heeft genomen, HvJ EU 15 december 2011, nr. C-384/10 (Voogsgeerd/Navimer). Als de werknemer gewoonlijk in een land werkt, maar uit alle omstandigheden blijkt dat de arbeidsovereenkomst een nauwere band met een ander land heeft, dan is het (ontslag)recht van dat andere land op de arbeidsovereenkomst van toepassing, HvJ EU 12 september 2013, nr. C-64/12 (Boedeker/Schlecker).