Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 2.32
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2018, Stcrt. 2018, 72073 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: ACM/18/032994)
- Inwerkingtreding
22-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2018, Stcrt. 2018, 72073 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: ACM/18/032994)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Voor de toepassing van de in het tweede lid bedoelde voorschriften of bepalingen geldt dat de netbeheerder zal aangeven of het laagspanningsnet van de netbeheerder al dan niet is aangelegd volgens een systeem waarbij voldoende is verzekerd, dat de nul onder normale omstandigheden ongeveer aardpotentiaal houdt.
2.
De netbeheerder bepaalt of het net, of een gedeelte ervan, in aanmerking komt als TN-stelsel te worden gebruikt ten behoeve van de aardingsvoorziening van elektrische installaties en welke aanvullende voorwaarden daartoe op de aansluiting van toepassing zijn.
3.
Het gebruik van objecten van de netbeheerder als aardingsvoorziening voor elektrische installaties of gedeelten daarvan is niet toegestaan, tenzij anders met de netbeheerder is overeengekomen.
4.
In afwijking van het eerste tot en met het derde lid wordt bij nieuwe aansluitingen met een doorlaatwaarde groter dan 3x80A altijd een TN-systeem toegepast en biedt de netbeheerder de aangeslotene een aardingsvoorziening aan.