Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/80/EG betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven
Artikel 9 Het horen van de aanvrager
Geldend
Geldend vanaf 26-08-2004
- Bronpublicatie:
29-04-2004, PbEU 2004, L 261 (uitgifte: 06-08-2004, regelingnummer: 2004/80/EG)
- Inwerkingtreding
26-08-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2004, PbEU 2004, L 261 (uitgifte: 06-08-2004, regelingnummer: 2004/80/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Indien de beslissende instantie, overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat waar zij is gevestigd, beslist de aanvrager of een derde, zoals een getuige of een deskundige, te horen, kan zij contact opnemen met de assistentieverlenende instantie opdat:
- a)
de betrokkenen rechtstreeks door de beslissende instantie worden gehoord, overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat waar zij is gevestigd, met name per telefoon- of videoverbinding, of
- b)
de betrokkenen door de assistentieverlenende instantie worden gehoord, overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat waar zij is gevestigd, waarna de assistentieverlenende instantie aan de beslissende instantie een proces-verbaal van het verhoor toezendt.
2.
Rechtstreeks verhoor in de zin van lid 1, onder a), mag alleen plaatsvinden in samenwerking met de assistentieverlenende instantie en op vrijwillige basis, zonder dat de beslissende instantie dwangmaatregelen kan opleggen.