Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie inzake het gebruik en de doorgifte van persoonsgegevens van passagiers aan het Amerikaanse Ministerie van Binnenlandse Veiligheid
Artikel 14 Toezicht
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
14-12-2011, PbEU 2012, L 215 (uitgifte: 11-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 174 (uitgifte: 04-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De naleving van de in deze overeenkomst vastgestelde waarborgen voor de gegevensbescherming staat onder onafhankelijk toezicht van de voor gegevensbescherming bevoegde ambtenaren, zoals de Chief Privacy Officer van het DHS, die:
- a)
aantoonbaar autonoom zijn;
- b)
werkelijke bevoegdheden op het gebied van toezicht, onderzoek, tussenkomst en controle hebben, en
- c)
bevoegd zijn om bij overtredingen van deze overeenkomst een vervolging in te stellen of tuchtmaatregelen voor te stellen.
Zij zorgen er met name voor dat klachten in verband met de niet-naleving van deze overeenkomst worden ontvangen, onderzocht en beantwoord, en passend gevolg krijgen. Iedere persoon heeft, ongeacht zijn nationaliteit, land van herkomst of verblijfplaats, het recht een klacht in te dienen.
2.
Daarnaast staat de toepassing van deze overeenkomst door de Verenigde Staten onder onafhankelijke controle en toezicht van een of meer van de volgende entiteiten:
- a)
het Office of Inspector General van het DHS;
- b)
het Government Accountability Office, dat door het Congres is opgericht, en
- c)
het Amerikaanse Congres.
De resultaten van dit toezicht kunnen in vaststellingen en aanbevelingen in publieke verslagen, publieke hoorzitting en analyses worden bekendgemaakt.