Einde inhoudsopgave
Besluit EU-verordeningen Wft
Artikel 2 Aanwijzing bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
15-03-2024, Stb. 2024, 68 (uitgifte: 25-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2024, Stb. 2024, 67 (uitgifte: 25-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
2.
De Europese Centrale Bank treedt als bevoegde autoriteit in de plaats van de Nederlandsche Bank, indien dit volgt uit de artikelen 4, 5 en 6 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287).
3.
Als afwikkelingsautoriteit wordt, in de gevallen vermeld in de bijlagen, aangewezen de Nederlandsche Bank.